Onbekendheid bestaat alleen in de vragen van de mens
'De dag dat grootmoeder gek werd' was het winnende verhaal van De Gids in 1995. Het verhaal verscheen onder het pseudoniem Marie de Meister en vormde de start van de auteurscarrière van Rikki Holtmaat. Onder haar eigen naam bracht ze een verhalenbundel en twee romans uit. In maart 2016 is haar derde roman, De stilte van Thé, verschenen. Wederom onder pseudoniem.
Sophie Keller, een keiharde anchorwoman, is de hoofdpersoon in De stilte van Thé. Een succesvolle veertiger, voorzien van een prima baan, een ambitieuze partner en een verbouwde molen in de polder als woning. Haar downfall wordt ingezet als ze Connie de Beer moet interviewen. Op dat moment wordt ze door haar verzonnen verleden ingehaald en brokkelt haar zorgvuldig opgebouwde verdedigingslinie af. Ze is bang dat ze haar geliefde Baauwe kwijtraakt als ze de waarheid over haar afkomst vertelt en raakt in een depressie. Uiteindelijk dringt het besef door dat ze in het reine moet komen met haar verleden, als ze verder wil met haar toekomst. Een zoektocht naar de waarheid en naar zichzelf volgt.
Voor de lezer is het snel duidelijk dat Sophie niet in een pleeggezin is opgegroeid omdat haar beide ouders zijn overleden, maar omdat haar moeder Thé haar bij de geboorte heeft afgestaan aan broer Karel en schoonzus Toosje. De spanning over een eventuele ontmoeting tussen Thé en Sophie zorgt ervoor dat de lezer het boek niet weglegt. De lezer heeft dezelfde vragen als Sophie: waarom verkoos Thé een leven in stilte in een Duits slotklooster boven het moederschap?
De eerste verhaallijn speelt zich af in de periode tussen juni 1994 en mei 1995: de periode waarin Sophie het verhaal over haar afkomst en de beweegredenen van Thé probeert te achterhalen. Vanuit deze periode kijkt Sophie terug op haar eigen leven. We zien hoe ze opgroeit in een groot gezin waarin ze een buitenbeentje is. Anders dan de anderen. Sophie voelt zelf ook dat ze anders is en in haar onschuld verbeeldt ze de waarheid als ze een verhaal verzint over de geheimzinnige tante Thé. Na een bezoek met Toosje aan het slotklooster, waar ze bevestigd krijgt dat Thé haar moeder is, loopt Sophie weg en bouwt ze haar leven op rond een zorgvuldig bedachte leugen. Alleen haar vriendin Pimmetje kent de waarheid.
De andere verhaallijn krijgt vorm door een briefwisseling tussen de nog jonge Thé en haar oudere zus Magda, die ingetreden is in een klooster. Bij haar kan Thé haar zorgen over haar eigen ongedurigheid kwijt en kan ze haar plannen bespreken. Voor Sophie bestaan deze brieven niet, maar de lezer kent ze wel en heeft dus weet van de beweegredenen van Thé om te kiezen voor de absolute stilte.
De Meister laat in het boek existentiële en ethische vragen aan de orde komen. Wordt wie je bent bepaald door je afkomst, je opvoeding, je genen? Kun je mensen dwingen hun werkelijke motieven prijs te geven? Mag je de liefde voor God boven de liefde voor je kind stellen? Tijdens haar zoektocht zien we Sophie worstelen met vragen die volgens zuster Clara niet de juiste vragen zijn. Als ze vrede wil vinden, moet ze zich, net als de nonnen, overgeven aan God. En dat botst verschrikkelijk met Sophie, die gewend is antwoorden te krijgen. Ook De Meister geeft geen antwoorden en biedt de lezer ruimte.
Een verblijf binnen de poorten van het slotklooster doet Sophie goed. Ook zij waardeert de stilte: "Is dit wat ze wil: thuiskomen in een warm, katholiek nest?". Langzaam komt ze tot het inzicht dat het ontkennen van haar afkomst heeft geleid tot een ondermijnend gebrek aan zelfbesef. Waar haar grootvader haar voor waarschuwde was gebeurd: ze was in de Wetering gekomen en meegesleurd. Ze ontdekt dat er vragen zijn waarop geen acceptabel antwoord wordt gegeven en dat een gesprek met Thé haar niet verder zal brengen.
De stilte van Thé is prachtig geschreven en door de thematiek blijft het verhaal nog lang knagen.
Reageer op deze recensie