Lezersrecensie
Drijven op de golven van de klimaatdiscussie
Met Klifi betreedt Van Dis een voor hem nieuw genre: dat van de klimaatfictie. Klifi is geen opbeurend boek. Nederland is geworden tot een dystopische samenleving. De Oranjes hebben hun biezen gepakt, teleurgesteld in hun volk dat hun 'streven naar verbinding' niet langer meer kon volgen. De leiding van het land is in handen van president die de zorgen om het klimaat bagatelliseert. 'Klimaathysterie' is het, meer niet. Hij wordt gesteund door een leger van mannen in grijze uniformen, die de orde handhaven. Een orde waarin niemand meer durft ze zeggen wat hij of zij vindt.
In dit Nederland leeft Jákob, zoon van een gevluchte Hongaar. Hij weet hoe het is als je je mening niet vrijelijk mag geven. Hij weet wat het is als buren elkaar bespioneren. Hij weet wat het is als de literatuur onder censuur staat. Trouw aan zichzelf probeert hij de recente gebeurtenissen te beschrijven. Er was wel degelijk een klimaatramp: na de storm overstroomden grote delen van het land, waaronder De Kuil. Gelukkig konden hij en zijn buurman zich verschuilen op de terp, waar hij zich jaren geleden al had teruggetrokken met zijn, inmiddels overleden, vrouw Agnes. Als snel wordt zijn terp een toevluchtsoord voor allerlei mensen die gevlucht zijn vanuit De Kuil.
Van Dis laat een bonte stoet van typische Van Dis-personages langstrekken. Een aantal van hen vertoont wel heel bekende trekjes. Vilein vestigt Van Dis via Jákob de aandacht op de hedendaagse maatschappij en de politiek. Net genoeg om de gelaten medeburgers (de lezers) wakker te schudden. De lezer kijkt mee met zijn worsteling met de poema (die de censuur verbeeldt). De poema streept, knipt, lakt zwart en corrigeert, maar Jákob laat zich niet censureren. Hij heeft een boodschap die verteld moet worden.
Wat opvalt aan deze roman is de vorm. Een grauwe kaft, schreeuwend rode pagina's tussen de hoofdstukken, verschillende lettertypes, een flinke lettergrootte, gillende teksten in rode inkt. De lezer heeft op zijn minst een tijdlang nodig om te wennen aan de lay-out. Je gaat je afvragen wat het nut van deze bijzondere lay-out is. Het maakt het boek er niet sterker door. De vergelijking met Schorshuiden van Annie Proulx dringt zich af en toe op. Ook een roman die de lezer waarschuwt voor de desastreuze gevolgen van ons klimaatbeleid. Door de eenvoud vele malen sterker dan Klifi van Van Dis.
Klifi is interessant vanwege de boodschappen die Van Dis op een onderkoelde, bijna zakelijke manier brengt. Het tijdstip van uitbrengen is goed gekozen: nu de klimaatdiscussie onder dreigt te sneeuwen door de coronacrisis, is het nodig om weer opnieuw op de trom te slaan.
In dit Nederland leeft Jákob, zoon van een gevluchte Hongaar. Hij weet hoe het is als je je mening niet vrijelijk mag geven. Hij weet wat het is als buren elkaar bespioneren. Hij weet wat het is als de literatuur onder censuur staat. Trouw aan zichzelf probeert hij de recente gebeurtenissen te beschrijven. Er was wel degelijk een klimaatramp: na de storm overstroomden grote delen van het land, waaronder De Kuil. Gelukkig konden hij en zijn buurman zich verschuilen op de terp, waar hij zich jaren geleden al had teruggetrokken met zijn, inmiddels overleden, vrouw Agnes. Als snel wordt zijn terp een toevluchtsoord voor allerlei mensen die gevlucht zijn vanuit De Kuil.
Van Dis laat een bonte stoet van typische Van Dis-personages langstrekken. Een aantal van hen vertoont wel heel bekende trekjes. Vilein vestigt Van Dis via Jákob de aandacht op de hedendaagse maatschappij en de politiek. Net genoeg om de gelaten medeburgers (de lezers) wakker te schudden. De lezer kijkt mee met zijn worsteling met de poema (die de censuur verbeeldt). De poema streept, knipt, lakt zwart en corrigeert, maar Jákob laat zich niet censureren. Hij heeft een boodschap die verteld moet worden.
Wat opvalt aan deze roman is de vorm. Een grauwe kaft, schreeuwend rode pagina's tussen de hoofdstukken, verschillende lettertypes, een flinke lettergrootte, gillende teksten in rode inkt. De lezer heeft op zijn minst een tijdlang nodig om te wennen aan de lay-out. Je gaat je afvragen wat het nut van deze bijzondere lay-out is. Het maakt het boek er niet sterker door. De vergelijking met Schorshuiden van Annie Proulx dringt zich af en toe op. Ook een roman die de lezer waarschuwt voor de desastreuze gevolgen van ons klimaatbeleid. Door de eenvoud vele malen sterker dan Klifi van Van Dis.
Klifi is interessant vanwege de boodschappen die Van Dis op een onderkoelde, bijna zakelijke manier brengt. Het tijdstip van uitbrengen is goed gekozen: nu de klimaatdiscussie onder dreigt te sneeuwen door de coronacrisis, is het nodig om weer opnieuw op de trom te slaan.
1
2
Reageer op deze recensie