Olga, gekozen door de dans
Op 1 september 1987 overleed Olga de Haas, in de jaren zestig de grote ster van het Nationale Ballet. Ze is dan bijna 34 jaar. Ze is in stilte gestorven en in stilte gecremeerd. Eenzaam tot aan haar eind.
In Olga. Morgen dans ik weer vertelt Femke van Wiggen over het korte, maar bewogen leven van Olga de Haas. Een foto in de gangen van de Nationale Balletacademie, een schilderij in de Amsterdamse Stadsschouwburg en een kostuum van De blauwe vogel uit Doornroosje herinneren aan een groot danstalent, dat razendsnel naar de top klom, maar net zo snel in een diep dal raakte.
Olga is nog heel jong als ze balletles krijgt. Ze leert er snel de wetten van de danswereld: er is geen ruimte voor onzekerheden, angsten of problemen. Je verhaal is datgene wat je de buitenwereld (en daarmee jezelf) wijsmaakt. Op haar zestiende wordt ze gecontracteerd bij het Nederlands Ballet; zeer tegen de zin van haar toenmalige lerares Valerie Adams. Deze vindt Olga te pril en ze twijfelt eraan of ze de druk wel aankan. Ze moet nog met tegenslag leren omgaan.
Op haar negentiende staat Olga aan de top. Een ster, terwijl haar carrière nog moet beginnen. Geïsoleerd, met een vertroebeld zelfbeeld, lichter dan ooit. De media liggen aan haar voeten, de schijnwerpers zijn op haar gericht. Niemand die ziet hoe eenzaam ze is, niemand die haar onzekerheden en haar angsten kent. Anorexia, drank en verkeerde partners doen de rest. Veel mensen zien wat er aan de hand is, weinigen proberen haar te helpen. Olga wil geen hulp, want dan moet ze veranderen. En zal ze de controle kwijtraken. Controle, die ze al lang niet meer heeft.
Al snel gaat haar carrière bergafwaarts. Olga kan en wil het niet accepteren, want ze weet niet wat ze met de tijd na het dansen moet. 'Dansers, en ook leerlingen aan het conservatorium, leven veelal in een soort vacuüm, in een beperkte wereld buiten de realiteit. Die wereld is alles. Die wereld dicteert wat je moet doen, wat je moet laten, wat je moet voelen, wat je moet denken. Alleen, die wereld dicteert niet wat je met jezelf aan moet als het allemaal ophoudt.' Wie is ze zonder de dans?
Van Wiggen laat goed zien hoe glibberig de weg naar de top is en hoe snel je weer af kunt glijden. Roem is vergankelijk. Ze laat daarbij een kritisch, maar tegelijkertijd begrijpend oordeel horen over de balletwereld. In die tijd was er nauwelijks hulp voor dansers met problemen. Eetstoornissen: veel dansers leden er aan. Drank, pillen: het gebruik was zeker niet uitzonderlijk en iedereen was op de hoogte.
Hoewel je vanaf de eerste pagina weet dat er geen happy end komt, blijf je hopen dat Olga haar problemen weet te overwinnen en dat ze grip op haar leven krijgt. Van Wiggen helpt je daar niet bij: ze laat de vroegtijdige dood van de ballerina als een donderwolk boven het boek hangen. Als Olga nog een jong kind is, lezen we: 'De botsende eigenschappen die Olga in zich draagt, zullen haar van binnenuit verteren.' Een verspreking van Sylvester Campbell, 'Als ze doodgaat, zal ze een grote danseres worden.' nestelt zich in het hoofd van Olga. Herhaaldelijk zegt Olga dat ze niet ouder dan dertig zal worden. Haar worsteling met het leven zorgt ervoor dat je haar in je hart sluit. Olga ontroert je.
Het boek is goed gedocumenteerd. Een eindeloze reeks namen passeert de revue; af en toe voelt het aan als name dropping. Van Wiggen gaat een kritische beschouwing daarbij niet uit de weg. Ook in de danswereld blijken persoonlijke belangen zwaarder te wegen dan het welzijn van de danser.
Olga biedt een onthullende blik in de danswereld van vijftig jaar geleden. Een harde wereld waarin een getalenteerde, maar onzekere jonge vrouw uiteindelijk ten onder gaat. De dans heeft haar gekozen.
Reageer op deze recensie