Optimistische, liefdevolle bundel
Op 1 juli 2005 stierf Karel Glastra van Loon, 42 jaar, aan de gevolgen van een hersentumor. Schrijver, journalist, cabaretier, politiek activist, maar bovenal geliefde van Karin Kuiper en vader van drie jonge kinderen. Tijdens zijn ziekte bleef hij zijn wekelijkse columns voor Margriet schrijven, waarin hij vertelde over zijn dagelijks leven. Een aantal van deze columns is gebundeld in Ongeneeslijk optimistisch, dat nu, tien jaar na het overlijden van de auteur, opnieuw verschijnt in een herdenkingseditie. De oorspronkelijke uitgave is aangevuld met een voorwoord van Abdelkader Benali en een nawoord van Karin Kuiper.
Literatuur is er niet alleen om het menselijk tekort op te sporen, maar het is er ook om de mens te verheffen. Verhalen vertellen is volgens Glastra van Loon een machtig wapen om de kloof tussen arm en rijk, noord en zuid te verkleinen en om het kwaad te overwinnen. ‘Hij wilde boven alles zijn liefdesaffaire met het goede in de wereld met iedereen delen.’ Daarom is Ongeneeslijk optimistisch geen verslag van een ziekte. De ziekte is nadrukkelijk aanwezig, want het is inmiddels zijn dagelijkse leven geworden, maar de bundel omvat zoveel meer: liefde, inzicht, trots, hoop, veerkracht en uiteindelijk overgave. Verhalen om het kwaad te verslaan en het goede te delen.
Er is een leven voor 24 januari 2004, de dag waarop de auteur te horen krijgt dat hij een hersentumor heeft, en een leven na die dag. Dat laatste is volgens hem een cadeau dat niet iedereen krijgt. Voor de meeste mensen geldt dat alles wat je meemaakt eenmalig is. Voor Glastra van Loon is dat anders: alle herinneringen hebben ineens een andere lading, alle contacten zijn weer als nieuw. Alles kan weer als nieuw beleefd worden: emotioneel uitputtend, maar er staat meer tegenover dan hij vooraf voor mogelijk had gehouden. Een kijk op het leven waar het optimisme vanaf spat.
Naast optimisme straalt de bundel vooral liefde uit. Liefde voor zijn vrouw, voor zijn kinderen en voor zijn omgeving. Simpel geluk kan zitten in een lange wandeling op een kille winteravond, in samen op de slee de heuvel af – en stiekem trots zijn dat je er niet ziek uitziet –, de conclusie trekken dat de natuur uiteindelijk sterker bleek dan de stad. De kinderen moeten een rijke voorraad aan jeugdherinneringen meekrijgen: volgens Glastra van Loon een belangrijke taak van de ouders. Reden genoeg om de herinneringen aan het sleetje rijden in Michigan, waar de tumor voor het eerst van zijn aanwezigheid blijk gaf, te vervangen door een positieve ervaring. Dus: op naar Winterberg om een aantal ‘onbetaalbaar mooie grijnslachen’ te registreren, in de hoop dat de kinderen zich deze momenten hun leven lang zullen blijven herinneren. Dat is liefde! Maar hoe past de ziekte daarin? Door duidelijkheid te bieden. Steeds opnieuw aan de kinderen vertellen wat er gaande is, zodat er geen geheimen zijn. ‘Weten is beter dan gissen’ en ‘Zo blijven we als gezin dezelfde ondeelbare eenheid als voorheen’. Ook dat is liefde.
In 2005 lijkt het natuurlijk optimisme niet meer zo natuurlijk. Een terugval zorgt ervoor dat de auteur zich ‘half uitgegumd’ voelt. De wereld blijkt van de ene op de andere dag uit brokstukken te kunnen bestaan, waarin angst en onzekerheid natuurlijke waarden lijken. Zo’n wereld wil Glastra van Loon niet, daar weigert hij in te leven. Maar ook dan zoekt hij de brokstukken weer bij elkaar en zoekt hij naar het kleinste stapje vooruit. Ongeneeslijk optimistisch!
Tien jaar na het overlijden van Karel Glastra van Loon wordt De Passievrucht nog steeds gelezen en bekeken door jongeren op de middelbare school. Zijn columns, voor een deel gebundeld in Ongeneeslijk optimistisch, zorgen ervoor dat we zijn opgewekte, energieke, humoristische toon niet vergeten.
Reageer op deze recensie