'Je schrijnt mijn huid met blote handen'
Ted van Lieshout (1955) is elf als hij meneer Timmerman ontmoet. Langzaam maar zeker verandert de relatie in een verhouding die we tegenwoordig afkeuren. In 2012 publiceert Van Lieshout de roman Mijn meneer die gebaseerd is op deze bijzondere relatie. De roman leidt tot veel discussies, waarbij de auteur regelmatig de vraag krijgt welke invloed de relatie op zijn verdere leven heeft gehad. In de roman Schuldig kind geeft Van Lieshout antwoord op die vraag.
Vlak voor het avondeten krijgt de vriend van Teds moeder een hartaanval. Terwijl zijn moeder mee gaat naar het ziekenhuis, blijft Ted alleen achter. Hij redt de verse asperges, ruimt de eettafel af en bidt tot Maria. Tot zijn stomme verbazing krijgt hij antwoord. Het verwart hem, want hij gelooft niet in Maria, niet in de Bijbel en niet in de God uit die bijbel. Al snel heeft hij door dat hij niet met Maria spreekt, maar met zijn eigen ik, vierenveertig jaar ouder dan dat hij zelf is.
Er ontstaat een gesprek waarin de jonge Ted aan het aftasten is. Wat kan en mag en wat maakt hem eventueel schuldig aan alles wat er gebeurt in zijn leven. Zal zijn moeder hem de deur wijzen als hij vertelt dat hij homo is? Zal men hem veroordelen omdat hij seks tegen betaling heeft met andere mannen? Is hij schuldig aan het misbruik door Timmerman? Waarom schaamt hij zich zo? De oudere Ted weigert antwoorden te geven. Een slimme constructie van Van Lieshout, want daardoor kan hij de jonge Ted volledig in zijn waarde laten. Er zijn geen oordelen, er wordt alleen geluisterd. Het geeft Ted de kans om te reflecteren op zijn leven tot nu toe.
Het perspectief ligt in eerste instantie bij de jonge Ted, wat de lezer de ruimte biedt om dichtbij te komen en te begrijpen waarom Ted bepaalde stappen zet. Iedere stap lijkt logisch en onontkoombaar, ook voor Ted, maar toch voelt hij zich steeds schuldig. Dit soort tegenstellingen vormen een terugkerend motief in het boek. Onschuldig zijn, maar je schuldig voelen. Zeggen dat je niet bang bent, maar toch hard fietsen als je door een tunnel moet. Slechte dingen doen, maar niet slecht zijn: het geeft precies weer hoe verwarrend volwassen worden kan zijn.
Hoewel de thematiek beladen is, maakt Van Lieshout Schuldig kind nergens tot een zwaar verhaal. Het gesprek tussen Ted en zijn oudere ik is regelmatig ronduit humoristisch en ongedwongen. Net zoals in de gedichten van Van Lieshout zit de lading ook in wat er niet gezegd wordt: "Er was verder niemand die ooit zei dat ik een mooi lijf had." Juist deze zinnen maken het verhaal intiem, zo intiem dat je je als lezer overbodig voelt, alsof je een gluurder bent.
Uiteindelijk laat Van Lieshout zowel Ted als de lezer het antwoord op zijn vragen zelf ontdekken. In het tweede deel ligt het perspectief bij de volwassen Ted. Hij kijkt terug op zijn leven en vooral op de periode na het verschijnen van Mijn meneer. Ineens wordt de lezer meer op afstand geplaatst en krijgt het verhaal een beschouwend karakter. Opnieuw een sterke ingreep van de auteur, want het zorgt ervoor dat de lezer nuances gaat zien. En dat is wellicht de kracht van Schuldig kind: laten zien dat de wereld niet verdeeld kan en mag worden in goed en fout, slecht en niet slecht. Zo simpel is het niet.
De conclusie van Ted biedt stof tot nadenken:
"Ik heb zelf het gevoel dat het verstikkend is om een ander de schuld te geven van iets wat jou is overkomen, omdat je ermee de regie over je leven in de handen van een ander legt."
Misschien is dat precies waarom deze roman toch schrijnt en blijft nazingen.
Reageer op deze recensie