Umami neemt je mee en houdt je vast
Verdriet is misschien wel de allereenzaamste emotie die een mens doormaakt. Geluk en blijdschap kun je eenvoudig delen, maar het delen van verdriet lijkt bijna onmogelijk. Wie kan het verdriet van een moeder die een kind verliest delen? En wie weet hoe eenzaam je bent als je echtgenoot sterft? Wie begrijpt je gevoelens als je moeder plotseling verdwijnt? Wellicht zij die hetzelfde meemaakten, maar zelfs dan zullen er verschillen in beleving zijn.
In Umami probeert Laia Jufresa (1983) de lezer te betrekken bij het verdriet van de verschillende bewoners van een hofje in Mexico-stad. Niet door het drama dat hen overkwam te beschrijven, maar door een rijk beeld te schetsen van de verschillende gevoelens die de bewoners hebben. Door de gevoelens te combineren, ontstaat beetje bij beetje een beeld van wat er verzwegen wordt om elkaar te ontzien. "Met zijn allen weten we alles", het motto van Umami, is daarom goedgekozen.
Jufresa heeft een consequente opbouw toegepast. Het boek is verdeeld in vier delen en in ieder deel wordt over de afgelopen vijf jaar verteld, waarbij de personages een 'eigen jaar' hebben. De auteur hanteert daarbij verschillende perspectieven. Ana, Alfonso en Luz vertellen vanuit een belevend-ik perspectief, terwijl Marina en Pina nooit zelf aan het woord komen. Voor hen gebruikt Jufresa een alwetende verteller.
Het jaar 2004 is van Ana. Drie jaar nadat haar zusje Luz verdronk, probeert ze haar leven verder te leven. Samen met haar ouders en haar broers woont ze in huize Zout. De dood van Luz heeft er voor gezorgd dat Ana ook haar moeder is kwijtgeraakt. Haar moeder heeft psychische problemen, wordt beheerst door een schuldgevoel en ziet niet dat Ana haar zo hard nodig heeft. Ana analyseert het zelf:
"Alsof we niet nog steeds vastzitten in de modderstroom waarmee Luz' dood ons huis heeft overspoeld. Sinds Luz verdronken is, is er altijd iets aan het verdrinken bij ons thuis. (...), en dan weet je dat we altijd met bijna zes zullen zijn."
Nuchter, maar daardoor keihard.
In Alf vindt Ana een vriend. Hij leerde haar tuinieren, maar is na het overlijden van zijn vrouw Noelia depressief geworden. Alf is onderzoeker en tevens de eigenaar van de huizen aan het hofje, die allemaal een smaak vertegenwoordigen. Zelf vertegenwoordigt hij Umami, ofwel de ‘vijfde smaak’. Het is ontroerend om te lezen hoe ver zijn liefde voor Noelia gaat. Zijn eenzaamheid is rauw:
"De doden, sommige doden, nemen hele tradities, hele decennia, hele buurten mee hun graf in. Dingen waarvan je dacht dat je ze deelde, maar die uiteindelijk van hen waren."
Bijzonder is de bijdrage van de overleden Luz. Ze is bijna zes geworden en je ziet haar verhaal dan ook vanuit een kinderlijk perspectief. Speels, onschuldig, dartel en nieuwsgierig: precies zoals meisjes van die leeftijd zijn. Als lezer hoop je dat haar verhaal nog een positieve wending zal nemen. Dat ‘bijna zes’ ook ‘helemaal zes’ wordt.
Umami is als een puzzel waarvan de laatste stukjes ontbreken. Aan het eind constateer je dat je nog steeds niet alles weet, maar juist dat niet-weten maakt het boek zo intrigerend.
Reageer op deze recensie