Lezersrecensie
Leer de Britten begrijpen
Engeland, 1931. Bijna een eeuw geleden, maar als je leest, toch heel herkenbaar. Sterker nog, het boek heeft aan kracht niets verloren, de Britse geest ademt door alle bladzijden heen. In de manier waarop ze met elkaar omgaan, met elkaar converseren, in wat ze doen, de familie Stevens is Britser dan Brits.
Het verslag van hun vakantie aan de kust, in Bognor Regis, is een klassieker. Zonder dat het ooit spectaculair wordt, zonder dat er ook maar iemand van de familie ineens de hoofdpersoon van de roman wordt. Volwassen kinderen die meegaan met hun ouders op een strandvakantie, die bestaat uit wandelen, strandhangen, een potje cricket en middagdutjes, de tijdgeest komt ook duidelijk naar boven, al heb je het vermoeden dat dertig jaar later aan de Britse kust nog miljoenen locals precies op dezelfde manier hun vakantie vieren.
Het leuke aan het boek is dus dat je graag verder leest, terwijl het vrij voorspelbaar is wat er gaat gebeuren. Dat het perspectief geregeld verandert, waardoor je de familie Stevens steeds beter leert kennen. En ook al ben ik er nooit geweest, ik weet zeker dat wanneer je nu door Bognor Regis zou wandelen, je je goed kunt voorstellen dat de familie Stevens daar heeft rondgelopen. Je zou bij wijze van spreken de plek kunnen aanwijzen waar ze op het strand zaten.
Het is niet gebeurd, maar een soap in de jaren vijftig gebaseerd op dit verhaal was goed voorstelbaar geweest. Een jaren tachtigversie ook. En dus las ik het met plezier, zoals ik in de jaren negentig ook met veel plezier heb gewerkt voor Britse touroperators, er voor zorgend dat vele Britten een geweldige vakantie hadden. Hun eisen waren zestig jaar na dit boek wel iets veranderd. De middenklasse had meer te besteden, maar hun Britse manieren, hun manier van communiceren, de gedachtegang die in dit boek zo mooi naar boven komt, het blijft erg herkenbaar.
Citaat: “Niemand van het gezin was blijkbaar bereid zich uit te spreken. Ze wisten dat ze op het punt stonden een besluit te nemen dat de vakantie zou kunnen maken of breken. Als het huisje werd genomen en het was geen succes zouden ze overal worden gekweld door dingen die ze met het geld hadden kunnen doen, maar als ze het niet namen, zouden ze even afschuwelijk kunnen worden gekweld door de zelfvoldane gezichten van mensen die er wel een hadden: ze zouden er stiekem langsglippen, beschaamd, terwijl ze zich arm voelden, en ordinair…” (p.154)
Het verslag van hun vakantie aan de kust, in Bognor Regis, is een klassieker. Zonder dat het ooit spectaculair wordt, zonder dat er ook maar iemand van de familie ineens de hoofdpersoon van de roman wordt. Volwassen kinderen die meegaan met hun ouders op een strandvakantie, die bestaat uit wandelen, strandhangen, een potje cricket en middagdutjes, de tijdgeest komt ook duidelijk naar boven, al heb je het vermoeden dat dertig jaar later aan de Britse kust nog miljoenen locals precies op dezelfde manier hun vakantie vieren.
Het leuke aan het boek is dus dat je graag verder leest, terwijl het vrij voorspelbaar is wat er gaat gebeuren. Dat het perspectief geregeld verandert, waardoor je de familie Stevens steeds beter leert kennen. En ook al ben ik er nooit geweest, ik weet zeker dat wanneer je nu door Bognor Regis zou wandelen, je je goed kunt voorstellen dat de familie Stevens daar heeft rondgelopen. Je zou bij wijze van spreken de plek kunnen aanwijzen waar ze op het strand zaten.
Het is niet gebeurd, maar een soap in de jaren vijftig gebaseerd op dit verhaal was goed voorstelbaar geweest. Een jaren tachtigversie ook. En dus las ik het met plezier, zoals ik in de jaren negentig ook met veel plezier heb gewerkt voor Britse touroperators, er voor zorgend dat vele Britten een geweldige vakantie hadden. Hun eisen waren zestig jaar na dit boek wel iets veranderd. De middenklasse had meer te besteden, maar hun Britse manieren, hun manier van communiceren, de gedachtegang die in dit boek zo mooi naar boven komt, het blijft erg herkenbaar.
Citaat: “Niemand van het gezin was blijkbaar bereid zich uit te spreken. Ze wisten dat ze op het punt stonden een besluit te nemen dat de vakantie zou kunnen maken of breken. Als het huisje werd genomen en het was geen succes zouden ze overal worden gekweld door dingen die ze met het geld hadden kunnen doen, maar als ze het niet namen, zouden ze even afschuwelijk kunnen worden gekweld door de zelfvoldane gezichten van mensen die er wel een hadden: ze zouden er stiekem langsglippen, beschaamd, terwijl ze zich arm voelden, en ordinair…” (p.154)
1
Reageer op deze recensie