Een gezellige detective
Jean-Luc Bannalec klinkt lekker Frans. In combinatie met de titel Bretonse verhoudingen concludeer je al snel een oorspronkelijk Frans boek in handen te hebben. Fout! Bretonse verhoudingen verscheen in 2012 bij een gerenommeerde Duitse uigeverij als Bretonische Verhältnisse – Ein Fall für Kommisar Dupin en Jean-Luc Bannalec is de schuilnaam van een verder onbekende auteur. Duitse journalisten speculeerden volop wie schuil kon gaan achter dit pseudoniem en kwamen uit bij Jörg Bong. Hij heeft niet alleen zijn initialen gemeen met Jean-Luc Bannalec, hij werkt ook bij de uitgeverij die Bretonse verhoudingen uitgaf en hij pendelt vaak tussen Duitsland en Frankrijk. De Duitse lezer liet het auteursvraagstuk niet aan het hart komen. Bretonse verhoudingen werd massaal gekocht en gelezen en horden Duitsers trokken in het kielzog van commissaris Dupin naar Bretagne om er de schoonheid van de pittoreske haventjes, de woeste kust en het groene binnenland te ontdekken.
Bretonse verhoudingen speelt zich af rond twee plaatsen. Concarneau, een haven aan de westkust van Bretagne, is commissaris Dupins thuisbasis sinds hij wegens ‘onenigheden’ werd overgeplaatst uit Parijs. Een kleine twintig kilometer verder ligt Pont Aven, een stadje aan de monding van de Aven. Pont Aven kreeg bekendheid door een groep kunstenaars die er in de negentiende eeuw neerstreek. Deze artiesten, onder wie Paul Gauguin, vonden in Pont Aven niet alleen weergaloos licht, maar ook een warm onthaal, bijvoorbeeld in hotel Central. Dat hotel bestaat nog steeds en wordt dezer dagen gerund door Pierre-Louis Pennec, kleinzoon van de legendarische oprichtster. Deze oude knar is inmiddels 91 maar staat onversaagd nog elke dag paraat voor de hotelgasten. Uitgerekend dit monument wordt met enkele messteken om het leven gebracht. Het hotelpersoneel, zijn beste vriend en zijn kleine familie zijn in shock. Aan commissaris Dupin de taak om uit te zoeken waarom deze hoogbejaarde man vermoord werd, en door wie. Dat is geen sinecure tussen al die Bretoenen die zeer kort van stof zijn. ‘Er is u gisteren en de afgelopen dagen niets bijzonders opgevallen?’ ‘Alles liep als altijd. Soepeltjes.’ Tja. Begin er dan maar aan. Maar dat doet commissaris Dupin. Hij rijdt van zijn geliefde bar in Concarneau met zijn oude Citroën naar Pont Aven. Hij struint door het stadje om plots op een smal wandelpad naast de rivier terecht te komen. Hij vindt een knalrode bank waarop hij rustig kan zitten denken terwijl hij zijn chaotische notities, neergepend in een Clairefontaine schriftje, herleest. Een hongertje wordt gestild op een mooi terras naast een watermolen onder een plataan. Als zou blijken dat Jean-Luc Bannalec schreef in opdracht van het Office Du Tourisme van Bretagne, zou je het ook geloven. Bannalec schetst een bijna onweerstaanbaar beeld van deze streek vol uiteenlopende landschappen. Tot een tweede dode valt en het onderzoek in een stroomversnelling terechtkomt.
Dit boek is niet nagelbijtend spannend. Het heeft ook geen geweldig diep uitgewerkte karakters. Maar het is onmiskenbaar leuk om lezen. Commissaris Dupin is voorlopig ‘grof geschetst’. Hij is een beetje een mopperkont, een einzelgänger ook, iemand die weet dat de oplossing onder handbereik ligt, maar worstelt met het blootleggen ervan. Er komt wat vrouwelijk schoon voorbij, maar het blijft nog braaf en op afstand. Deze eerste zaak voor commissaris Dupin ontvouwt zich Agatha-Christie-gewijs. De commissaris stelt vragen, krijgt antwoorden, ziet puzzelstukjes en plots vallen die in elkaar. Wat vooral blijft hangen is het beeld van Bretagne. En het besef: als er een tweede Bannalec vertaald wordt (er is al een tweede verschenen in Duitsland), dan wil je die eveneens graag lezen. Want om in kunsttermen te spreken: waarschijnlijk wordt de schets uitgewerkt tot schilderij, en de schets belooft alvast veel goeds. Bretonse verhoudingen brengt je inderdaad in vakantiestemming en leent zich waarschijnlijk ook uitstekend om op vakantie te lezen.
Reageer op deze recensie