Hebban recensie
Droomwereld
In de boeken van Vargas duiken twee speurders op. De mopperige Louis Kehlweiler uit Verblijfplaats onbekend en Een beetje meer naar rechts, en de ietwat vreemde Jean-Baptiste Adamsberg. De laatste maakte vorig jaar in het Nederlands zijn opwachting in Maak dat je wegkomt. Dit jaar zorgde uitgeverij De Geus voor de vertaling van een vroeger boek, Lhomme aux cercles bleus, dat je als De man van de blauwe cirkels in de boekhandel vindt.
Jean-Baptiste Adamsberg is een jonge, onconventionele maar succesvolle speurder. Hij maakte in zijn geboortestreek de Pyreneeën zo snel carrière dat hij werd aangesteld als commissaris in Parijs. Daar kijken ze best wel op van deze man. Hij ziet er sjofel uit, lijkt geen donder uit te voeren en maakt de hele dag tekeningetjes om dan plots met de oplossing van een misdaad op de proppen te komen. Zijn naaste medewerker Danglard is in zowat alles zijn tegenpool. Danglard werkt systematisch, doelgericht en buikgevoel is hem vreemd.
Vargas zet in het begin van De man van de blauwe cirkels een aantal vrij absurde verhaallijnen uit. Adamsberg maakt furore in Parijs. Een oceanologe raakt gecharmeerd door een knappe, blinde man. Een oude vrouw is verslaafd aan contactadvertenties. Iemand tekent grote blauwe circels rond een lege balpenvulling, een krulspeld, een oude tas, een wattenstaafje, een kattenlijk, Zoals het een goed boek betaamt, komen deze lijnen netjes samen. Het duurt echter een tijdje voor je beseft waar Vargas naartoe wil. Die tijd onderhoudt ze je met absurde dialogen en vreemde bezigheden van haar personages. Het is een schrijfstijl met een inhoud waar je van moet houden en aan moet wennen. Het is meer introspectie dan actie. Intussen zette Adamsberg alles op een rijtje en vanaf dan gaat het boek in een vlotte rechte lijn naar de ontknoping.
Ik hou wel van de boeken van Vargas. Ze dompelen je onder in een droomwereld waar misdaad en motieven ondergeschikt zijn aan de uitwerking van vreemde maar charmante personages. Voor de liefhebbers.
Jean-Baptiste Adamsberg is een jonge, onconventionele maar succesvolle speurder. Hij maakte in zijn geboortestreek de Pyreneeën zo snel carrière dat hij werd aangesteld als commissaris in Parijs. Daar kijken ze best wel op van deze man. Hij ziet er sjofel uit, lijkt geen donder uit te voeren en maakt de hele dag tekeningetjes om dan plots met de oplossing van een misdaad op de proppen te komen. Zijn naaste medewerker Danglard is in zowat alles zijn tegenpool. Danglard werkt systematisch, doelgericht en buikgevoel is hem vreemd.
Vargas zet in het begin van De man van de blauwe cirkels een aantal vrij absurde verhaallijnen uit. Adamsberg maakt furore in Parijs. Een oceanologe raakt gecharmeerd door een knappe, blinde man. Een oude vrouw is verslaafd aan contactadvertenties. Iemand tekent grote blauwe circels rond een lege balpenvulling, een krulspeld, een oude tas, een wattenstaafje, een kattenlijk, Zoals het een goed boek betaamt, komen deze lijnen netjes samen. Het duurt echter een tijdje voor je beseft waar Vargas naartoe wil. Die tijd onderhoudt ze je met absurde dialogen en vreemde bezigheden van haar personages. Het is een schrijfstijl met een inhoud waar je van moet houden en aan moet wennen. Het is meer introspectie dan actie. Intussen zette Adamsberg alles op een rijtje en vanaf dan gaat het boek in een vlotte rechte lijn naar de ontknoping.
Ik hou wel van de boeken van Vargas. Ze dompelen je onder in een droomwereld waar misdaad en motieven ondergeschikt zijn aan de uitwerking van vreemde maar charmante personages. Voor de liefhebbers.
2
Reageer op deze recensie