Personages maken ontwikkeling door
‘Ik heb niet één jeugdherinnering waarbij hij nuchter is. Ik kan me niet één keer herinneren dat hij zei dat hij zou komen en ook daadwerkelijk kwam.’ Is het, met dit in het achterhoofd, dan zo gek dat Helene haar vader verzweeg voor haar man? Zoals ze ook haar verdwenen moeder Ing-Marie en haar nimfomane zus Charlie verzweeg? Maar tijdens Walpurgisnacht haalt het verleden Helene in. Terwijl ze zich samen met haar gezinnetje opmaakt om van het lentevuur te gaan genieten, krijgt ze telefoon van de politie. Charlie is dood. Ze viel in onduidelijke omstandigheden van een balkon op de elfde verdieping. Na onderzoek doet de politie haar dood af als zelfmoord. Die boodschap komt Helene niet ongelegen. Hoe sneller ze het hoofdstuk zus kan afsluiten, hoe liever. Bij het opruimen van Charlies flat vindt ze echter aanwijzingen die ze niet kan negeren. Waarom en met welke middelen vloog de altijd krap bij kas zittende Charlie naar Buenos Aires? Met wie bracht ze haar laatste nacht door? Waarom nam ze antidepressiva? Waarom beschuldigde ze hun pleegmoeder ervan tussen haar en hun moeder te staan, terwijl het zonneklaar was dat Ing-Marie haar kleuterdochters achterliet om de liefde van haar leven te volgen naar Argentinië? Eigenlijk heeft Charlie dat laatste nooit begrepen en nooit verwerkt. Hoeveel hartstocht is er wel niet nodig voor een moeder zo’n daad stelt? Ondanks haar talloze minnaars voelde Charlie nooit die hartstocht. Maar misschien waren de tijden anders. Ing-Marie leerde haar grote liefde kennen in de jaren 70, aan de volkshogeschool. Ramon was een Argentijns vluchteling die na enkele maanden Zweden besloot om terug te keren en verder te strijden tegen het regime van Jorge Videla. In een naïef idealisme volgt Ing-Marie hem. ‘Ze had niet duidelijk voor ogen gehad hoe lang ze weg zou blijven. Had er niet op gerekend dat het gemis lichamelijk pijn zou doen. Ze moest voor zichzelf herhalen dat er anderen waren die zich over de kinderen ontfermden. Een kind was immers het kind van iedereen, geen individueel bezit. Een mens was nooit alleen maar moeder.’
Net als in Het stille graf dat vijf felbegeerde sterren kreeg in de VN Thrillergids, vertelt Tove Alsterdal in Geef me je hand een verhaal in het heden met wortels in het verleden. Wat Ing-Marie overkwam in Argentinië kom je mondjesmaat te weten. Intussen gebeuren in het heden spannende dingen die onmiskenbaar met dat verleden te maken hebben, alleen weet je niet precies hoe de vork in de steel zit. Dat niet-weten zorgt voor een spanningsboog die je geboeid doet verder lezen. Als lezer krijg je een beter overzicht over de gebeurtenissen dan de personages zelf, waardoor op het einde alle puzzelstukjes mooi in elkaar vallen.
Geef me je hand is een compleet boek, simpelweg goed geschreven, lekker spannend, en met personages die een hele ontwikkeling doormaken. Vermoedelijk gaat dat het beste bijblijven: een moeder die haar kleintjes achterlaat om elders onrecht te gaan bestrijden en onderweg haar idealisme verliest maar niet terug kan, en twee dochters die op totaal verschillende manieren hun verdwenen moeder een plaats geven in hun leven. De ene door even verbeten op zoek te gaan naar hartstocht, de andere door bovenal moeder te zijn.
Reageer op deze recensie