Hebban recensie
Onbehoorlijk onderhoudend
Vorig jaar was ik enorm gecharmeerd door De dode die met zn tweeën was. Een boek dat me liet lachen en huilen en me zo in de ban hield dat ik het ademloos uitlas. Enthousiast beval ik het mijn vrienden en kennissen aan en ik bedeelde het met vijf verdiende sterren. Enkele maanden later las mijn echtgenoot het bejubelde boek. Tot mijn verbazing ergerde hij zich blauw aan wat hij belegen grapjes, gemeenplaatsen en voorspelbaarheden noemde. Ik dacht nog eventjes dat het aan hem lag, tot gewaardeerde collega Jeroen een eveneens vernietigende recensie plaatste. Ik weet wel, zoveel mensen zoveel meningen, maar zelfs als recensent word je liever in je mening bijgetreden dan afgevallen. Het voelde als persoonlijk eerherstel toen De dode die met zn tweeën was genomineerd werd voor de Hercule Poirotprijs.
En nu is er dus De overvallers die met zn drieën waren. Jeroen liet genereus de recensie-eer aan mij en mijn man keek met een scheef lachje naar de overigens prachtige cover. Ik begon een beetje nerveus te lezen. Wat als ik plots ook overal karikaturen en clichés zou gaan zien? Wat als ik plots niet meer kon lachen met Pierreuxs grapjes? Wat als ik mijn vorige vijf sterren zou moeten gaan toewijzen aan een verkeerd moment in mijn bioritme? Het bleken zorgen om niets! Pierreux zet opnieuw een puike prestatie neer, dit boek is zelfs nog beter dan het vorige. Omdat ik niet elke keer sterren kan toewijzen met mijn gevoel, moet ik het bij vier sterren houden. Dat staat voor heel erg goed en dat is precies wat dit boek is.
De overvallers die met zn drieën waren gaat verder waar Pierreuxs debuut eindigde. Luc Borré, de niet altijd even sympathieke Knokse speurder, kwam op een niet-koosjere manier aan een koffertje geld. Hij hoopt met dit geld zijn vriendin Rena helemaal voor zich alleen te hebben. Toevallig wordt de bank overvallen op het moment dat hij het geld wil deponeren. Als Borré het koffertje absoluut niet wil loslaten nemen de overvallers hem ook mee. Paniek bij de Knokse politie en eigengereide burgervader Leopold Lippens: een overval met gijzelneming schaadt het imago van veilige stad waardoor Knokke exorbitant rijke mensen lokt. Daarom krijgt ons bekend Knoks politieteam carte blanche om de zaak zo snel mogelijk op te lossen.
Hier kijken Pierreuxs personages uit zijn debuut weer om de hoek. Anders dan in het vorige overstijgen ze in dit boek het karikaturale. Brigadier Athenus, het oversext zwijn uit De dode die met zn tweeën was, heeft weliswaar nog steeds een gezonde appetijt, maar de mond loopt er niet meer zo van over. Hij vormt een goed team met brigadier Mariëtte. Korpscommandant Mangels is gebeten op Borré. Hij wordt grappig getypeerd als slachtoffer van het peter principal die wel weet dat er een klepel is maar niet weet waar 'ie hangt. Daniël Pisters en zijn vrouw gaven het verdriet om de dood van hun zoon Bertie-Bert inmiddels een plaats en nemen de draad van hun leven terug op. Een te vondeling gelegd babytje helpt daarbij. Een eerder nieuw personage is Koolvoet. Die kwam in vorig boek wel ter sprake, maar zat door kanker thuis. Nu is hij, doodziek weliswaar, terug aan het werk en hij blijkt enorm intelligent. Hij plaatst een hoop vraagtekens bij de gijzelneming. De tegenstelling tussen de zorgen en idealen van Borré, die kost wat kost zijn geld wil recupereren en deze van de terminaal zieke man komt mooi uit de verf.
Helder, meeslepend proza gelardeerd met spitsvondige vergelijkingen, meedogenloze typeringen en snelle dialogen lijkt het handelsmerk van Pierreux. Ondanks het sceptisme van mijn man en Jeroen sluit ik het Knokse team in mijn hart. Al is het epitheton de niet altijd even sympathieke Knokse speurder een understatement. Benieuwd hoe het in Het trio dat iets te vieren had verder gaat.
En nu is er dus De overvallers die met zn drieën waren. Jeroen liet genereus de recensie-eer aan mij en mijn man keek met een scheef lachje naar de overigens prachtige cover. Ik begon een beetje nerveus te lezen. Wat als ik plots ook overal karikaturen en clichés zou gaan zien? Wat als ik plots niet meer kon lachen met Pierreuxs grapjes? Wat als ik mijn vorige vijf sterren zou moeten gaan toewijzen aan een verkeerd moment in mijn bioritme? Het bleken zorgen om niets! Pierreux zet opnieuw een puike prestatie neer, dit boek is zelfs nog beter dan het vorige. Omdat ik niet elke keer sterren kan toewijzen met mijn gevoel, moet ik het bij vier sterren houden. Dat staat voor heel erg goed en dat is precies wat dit boek is.
De overvallers die met zn drieën waren gaat verder waar Pierreuxs debuut eindigde. Luc Borré, de niet altijd even sympathieke Knokse speurder, kwam op een niet-koosjere manier aan een koffertje geld. Hij hoopt met dit geld zijn vriendin Rena helemaal voor zich alleen te hebben. Toevallig wordt de bank overvallen op het moment dat hij het geld wil deponeren. Als Borré het koffertje absoluut niet wil loslaten nemen de overvallers hem ook mee. Paniek bij de Knokse politie en eigengereide burgervader Leopold Lippens: een overval met gijzelneming schaadt het imago van veilige stad waardoor Knokke exorbitant rijke mensen lokt. Daarom krijgt ons bekend Knoks politieteam carte blanche om de zaak zo snel mogelijk op te lossen.
Hier kijken Pierreuxs personages uit zijn debuut weer om de hoek. Anders dan in het vorige overstijgen ze in dit boek het karikaturale. Brigadier Athenus, het oversext zwijn uit De dode die met zn tweeën was, heeft weliswaar nog steeds een gezonde appetijt, maar de mond loopt er niet meer zo van over. Hij vormt een goed team met brigadier Mariëtte. Korpscommandant Mangels is gebeten op Borré. Hij wordt grappig getypeerd als slachtoffer van het peter principal die wel weet dat er een klepel is maar niet weet waar 'ie hangt. Daniël Pisters en zijn vrouw gaven het verdriet om de dood van hun zoon Bertie-Bert inmiddels een plaats en nemen de draad van hun leven terug op. Een te vondeling gelegd babytje helpt daarbij. Een eerder nieuw personage is Koolvoet. Die kwam in vorig boek wel ter sprake, maar zat door kanker thuis. Nu is hij, doodziek weliswaar, terug aan het werk en hij blijkt enorm intelligent. Hij plaatst een hoop vraagtekens bij de gijzelneming. De tegenstelling tussen de zorgen en idealen van Borré, die kost wat kost zijn geld wil recupereren en deze van de terminaal zieke man komt mooi uit de verf.
Helder, meeslepend proza gelardeerd met spitsvondige vergelijkingen, meedogenloze typeringen en snelle dialogen lijkt het handelsmerk van Pierreux. Ondanks het sceptisme van mijn man en Jeroen sluit ik het Knokse team in mijn hart. Al is het epitheton de niet altijd even sympathieke Knokse speurder een understatement. Benieuwd hoe het in Het trio dat iets te vieren had verder gaat.
1
Reageer op deze recensie