Originele karakters, waarachtige sfeerbeschrijvingen en een puntgave pen
Een pissebed is een schaaldier. Een landschaaldier. Om dit soort interessante, maar verder weinig ter zake doende feitjes te weten te komen, moet je Fred Vargas in de armen sluiten. Ze creëerde met commissaris Jean-Baptiste Adamsberg een buitenbeentje in thrillerland. Adamsberg is een chaoot, een klein, pezig mannetje in verwassen kleding, iemand die kijkt naar het stromen van de rivier en tegelijk verbanden ziet in onooglijke details. We hebben lang moeten wachten op de vertaling van De verdwijningen – L’armée furieuse verscheen in 2011 – maar het was het wachten meer dan waard. De verdwijningen is een heerlijk, soepel geschreven boek dat je meeneemt van Parijs naar Normandië in een eigenaardig maar goedmenend gezelschap dat de hedendaagse waarheid achter een eeuwenoud verhaal probeert te ontsluieren.
Het verhaal gaat als volgt: sinds de middeleeuwen waart ‘Het woeste leger’ rond in de buurt van het Normandische stadje Ordebec. Door de tijd heen waren slechts enkele inwoners begiftigd met de gave dit gehavende leger ook daadwerkelijk te zien. Elke keer sleurt deze troep ‘geronselden’ mee, bestaande, levende mensen die ervan verdacht worden een misdrijf te hebben gepleegd. In de dagen of weken na het visioen, zo gaat het verhaal, komen de geronselden aan hun eind. Adamsberg kent die legende niet, die niet alleen in Normandië, maar ook in nog noordelijkere streken de ronde doet. Maar op een bloedhete dag staat een onooglijk Normandisch vrouwtje zenuwachtig voor het gebouw van de Parijse Brigade en ze vertelt Adamsberg dat haar dochter het woeste leger zag en dat er mensen zullen sterven.
Nu is het niet zo dat Adamsberg vierklauwens afreist naar Normandië. Het kost hem nogal wat moeite om het verhaal uit het vrouwtje te trekken, en dat irriteert hem. Bovendien heeft hij zijn handen vol aan een mishandelde duif, een dode onder de broodkruimeltjes en een pyromaan die carrière maakt. Maar het verhaal laat hem niet los, en zijn instinct volgend gaat hij een kijkje nemen op de plaats waar het woeste leger gezien is. Daar komt hij een oude vrouw tegen, Léo. Ze trakteert hem op calvados en een havannasigaar en slaagt erin Adamsberg te interesseren voor de zaak van het woeste leger.
Door Vargas’ serie heen verzamelde Adamsberg een heel zootje ongeregeld rond zich. Zijn hondstrouwe, anglofiele rechterhand Danglard, zijn voormalige aartsvijand Veyrenc, de dikke en oersterke vrouw Retancour, de narcoleptische Mercadet en agent Estalère, die geweldig goed koffie kan zetten, maar in wie verder niemand, behalve Adamsberg, enig talent ziet. Als geen ander weet Adamsberg deze personages in te zetten op hun sterktes, waardoor hij verrassende resultaten boekt.
De combinatie van een ogenschijnlijk onwaarschijnlijk en onoplosbaar verhaal – desondanks met vele raakpunten in de realiteit – met stuk voor stuk originele karakters, waarachtige sfeerbeschrijvingen en een puntgave pen, maakt elk boek van Fred Vargas tot eersteklas leesplezier. Het lijkt luchtig en vrijblijvend, maar daar verkijk je je beter niet op. Dit is amusement met meerwaarde.
Reageer op deze recensie