Existentiële roman met fantasyelementen en thrillertrucjes
Adam Smit wordt wakker op een strand. Geen idee hoe hij daar gekomen is. Geen gewoon strand, want in plaats van zand liggen er overal wasco-achtige staafjes. Het zeewater is zoet, de lucht is groen en bergen in de verte lijken van karton en steeds van vorm te veranderen. Hij is zielsalleen, op een vreemde inheemse vogel na. Grimmig rijk van Jan Mazijk begint onwerkelijk. Desoriënterend. Adam beschrijft zijn bizarre waarnemingen in zijn dagboek. Een beklemmend onheilspellende omgeving die zich lijkt te verzetten tegen de komst van hem als vreemdeling. Een wereld in beweging, in opbouw: de vergelijking met de Bijbelse Genesis ligt voor de hand. Dan vindt Adam voetsporen en slaat de paniek toe. Wordt hij bespied? Wie het boek kent, denkt nu aan Het eiland van de vorige dag van Umberto Eco. Vergelijkingen met andere literatuur dringen zich op als houvast tijdens het lezen van een traag en moeilijk te duiden, enigszins lastig begin van Grimmig rijk.
Het verhaal krijgt meer richting wanneer Adam het binnenland van wat een eiland blijkt te zijn intrekt. Paradijselijke flora, vreemd genoeg zonder enige fauna. Via een psychisch angstaanjagend labyrint (à la een van de kringen van de Inferno van Dante?) belandt Adam tussen de resten van een lang vergane beschaving. Hij redt daar de eeuwenoude Eefha van haar gewelddadige levensgezel Kagnot. Ooit had zij op dit eiland Ahlantalah het vermogen leven te creëren door met het zoete wonderwater leven te blazen in muurschilderingen. Om duistere reden lukt dit nu niet meer. Adam en Eefha ontvluchten naar de ‘gewone’ wereld. Tot zover de eerste helft van het boek, waarna er een flinke omslag plaatsvindt in vorm, stijl en inhoud. Het verhaal neemt meer de romanvorm aan, aangezien Adam vanaf hier pas achteraf verslag doet. Het magische mysterieuze is grotendeels verdwenen, de dreiging is nu wereldser. Adams dagboek verraadt hun geheim en hij en Eefha keren noodgedwongen terug naar Ahlantalah. Daar worden ze door instanties ingezet om te helpen bij het exploiteren van het eiland. Het leidt net niet tot Jurassic Parc-achtige toestanden, maar dat deze ontginning niet gaat lukken zal hoe dan ook geen verrassing zijn.
De flaptekst van Grimmig rijk labelt het boek als ‘een bovennatuurlijke thriller’. Dat is op zich een passende omschrijving, zij het weinig accuraat. Het schiet namelijk hopeloos voorbij aan de hoge literaire kwaliteit van het boek. Grimmig rijk is in feite het verkorte verhaal van de wereld, een analogie waarin Ahlantalah staat voor Gaia, onze paradijselijke aarde die wordt verwoest door de zelfdestructieve mens. Adam en Eefha komen te staan voor innerlijke dilemma’s die doen twijfelen aan hun zelfbeschikking, wat –subtiel hier- gelinkt is aan hogere thematiek als het Geloof, Darwinisme en het Lot. De Bijbelse en literaire leidmotieven maken een niet onaanzienlijk, zo niet zelfs het overgrote deel uit van het spektakel van het verhaal. Eigenlijk is Grimmig rijk bovenal een existentiële roman. Een roman over het bestaan, over geloof en liefde. Een roman die de mens een spiegel voorhoudt en zijn onherroepelijke ondergang toont, hierbij gebruik makend van fantasyelementen en her en der een “thrillertrucje”. Wat gelijk duidelijk aangeeft dat de auteur zijn boek geschreven heeft met plezíer en niet met pretentie. Ook niet in zijn taalgebruik dat doorspekt is met nuchtere beelden en, dat klinkt paradoxaal, met vele poëtische innerlijke bespiegelingen zoals op pagina 230, waarbij de rijm hier overigens min of meer toevallig is:
Waarom wil je dat van hem weten
Twijfels verteren je al zo lang
Het is op dit moment van geen enkel belang
Hoe anderen daarover denken
Grimmig rijk mag je fantasy noemen, al zal menig lezer even moeten wennen en zich moeten aanpassen aan het onconventionele van het boek. Intrigerend, meeslepend, om over na te denken. Geen makkelijke kost, wel bijzonder. Een onverwacht eilandje dat boven het slijk uitsteekt.
Reageer op deze recensie