Met souplesse geschakeld tussen wanhoop en moed
Nog geen jaar nadat Simone van der Vlugt haar nieuwe politieserie presenteerde verscheen onlangs al het tweede deel: Morgen ben ik weer thuis. Het eerste deel , Aan niemand vertellen, was veelbelovend en werd goed ontvangen. Haar nieuwe zal dit succes evenaren, zo niet zelfs overtreffen. Van der Vlugt waagt zich aan actuele misstanden als kinderporno en mensenhandel. Ook dit keer heeft zij haar rechercheurs het boek met technische details en kritisch commentaar gedegen laten onderbouwen. Het levert een realistisch en waarheidsgetrouw verhaal op, dat een verdraaid eerlijk inzicht geeft in de gang van zaken bij de politie. Een pleidooi bijna, begrip kwekend voor gezagsdragers die vandaag de dag op straat in elkaar geslagen worden wanneer er niet vlot genoeg wordt gehandeld.
Want onmacht overheerst in Morgen ben ik weer thuis. Politierechercheur Lois ondervindt die onmacht al direct op het moment dat de elfjarige Britt niet terugkeert van haar turnles. Op zich is algauw duidelijk wat er precies met haar is gebeurd, maar dan volgt een slepend (en slopend) onderzoek. Frustrerend genoeg voor Britts wanhopige moeder, maar evengoed voor Lois en haar team. Bureaucratie, geen autoritair gezag in het buitenland hindernissen die de boel plat leggen. Helemaal ondraaglijk wordt het wanneer Britt compleet van de radar verdwijnt. Lois kan de totale machteloosheid niet verkroppen en zo komt het dat ze roekeloos overgaat tot een illegale actie die haar haar baan en carrière kan kosten. En dat terwijl ze net ze haar op een bijzonder laag pitje staande sociale leven een beetje wilde oprakelen.
Morgen ben ik weer thuis zorgt — uiteindelijk — voor een positieve opsteker voor het geloof in de goedheid van de mens. Vooral de gedeelten met de eigengereide Britt zijn weergaloos, zo treffend en onweerstaanbaar als haar figuurtje wordt neergezet. Een meeslepende thriller waarin Van der Vlugt met souplesse schakelt tussen wanhoop en moed, tussen machteloosheid en daadkracht. Ze brengt belangrijke praktische en ethische kwesties onder de aandacht, dingen waar rechercheurs mee om moeten gaan en waar mensen soms niet bij stilstaan. Welke informatie geef je weg binnen een lopende zaak? Hoe voorkom je, met al die sociale media, massahysterie die er kan toe leiden dat mensen zélf actie ondernemen? Het boek is een eyeopener, als je wil: een stem die in de bres springt voor de politie die — ook al hebben ze de schijn soms tegen — uiteindelijk toch onmisbaar blijkt.
Reageer op deze recensie