Slotdeel maakt verwachtingen niet waar
In het kleine stadje Niceville vinden opeens opvallend veel incidenten plaats. Nog meer en nog gruwelijker dan anders, zoals in de vorige twee delen van de Niceville -trilogie (De vermissing en De terugkeer ) van Carsten Stroud al bleek. Het heeft blijkbaar allemaal iets te maken met een antieke spiegel en een mysterieuze entiteit die volgens de plaatselijke indianenfolklore al eeuwenlang rondwaart. In De vernietiging constateert politieagent Nick Kavanaugh dat frappant veel mensen aan migraine lijden. Zij klagen over een ‘wesp’ in hun hoofd, die hen dwingt vreselijke, moordzuchtige daden te begaan. Nicks pleegzoon Rainy – die hij eerder redde – begint zich eveneens dubieus te gedragen en Nick worstelt met zijn wantrouwen. Dan duikt op onverklaarbare wijze zijn gewaardeerde oud-collega Danziger op, die eerder stierf tijdens een vuurgevecht. Of zijn verschijning gunstig is moet maar blijken. Door de omstandigheden ziet crimineel Coker zich gerechtvaardigd wraak te nemen op deze of gene en daarbij zit hij FBI-agent Booner danig in de weg.
Wie de vorige twee Niceville -delen heeft gelezen weet dat Stroud heel wat teugels in handen houdt. Ook hier kabbelen de verhaallijnen van zijn tientallen personages – na drie boeken ken je ze gelukkig wel zo’n beetje – weer gewoon voort. Het probleem is alleen dat alle actie volledig náást elkaar loopt. De plotlijnen (het mysterieuze kwaad en de ‘dagelijkse’ criminaliteit) raken elkaar vrijwel niet. Dat is op zijn zachtst gezegd een gemiste kans en stijl- en plottechnisch gezien hád het boek dan ook een derde van zijn dikte kunnen missen. Nog kwalijker is het dat er sprake is van verschillende manifestaties van het kwaad die erg verwarrend zijn – en grotendeels blijven – omtrent hun exacte bron. Is de ‘wesp’ hetzelfde soort verschijnsel als de vreemde reflecties in spiegels? Komt het kwaad nu inderdaad voort uit de kalkgrond, terwijl het zich juist door het water beweegt? Elk personage denkt het zijne van de vreemde gebeurtenissen, iets wat bij de lezer in dit geval een gevoel van onwetendheid creëert van de verkeerde soort, namelijk frustratie.
Normaliter draagt het in het donker tasten bij aan de spanning in een boek. Paradoxaal genoeg gaat dat niet op voor De vernietiging. Wat in dit slotdeel, en daardoor in de hele Niceville -trilogie, ontbreekt is het voelbaar naderen van een dramatisch hoogtepunt, de Apocalyps, een Ommekeer. Een van begin af aan al nijpende situatie wordt met hangen en wurgen nijpender en loopt ten slotte sissend ten ‘einde’. Sterker nog, het boek maakt zijn titel eigenlijk niet eens waar. Jammer, want Strouds vorige twee delen leken nog vol belofte en schiepen verwachting. Zijn schrijfstijl, die beeldend is met licht ironische ondertoon, nodigt nog het meest uit tot dóórlezen en het verhaal is op zich onderhoudend genoeg. Goede gruwel, bovennatuurlijk horrorachtig, met veel potentie. Helaas is Stroud echter niet zoals gehoopt gegroeid tijdens het uitspinnen van zijn relaas. Het is duidelijk wie Stroud probeert te evenaren en hij doet ook wel denken aan Stephen King, zeker. Maar dan zonder diens pit en – erger nog – zonder diens suspense.
Reageer op deze recensie