Emelie Schepp maakt een pas op de plaats
In dit alweer derde deel van de Jana Berselius serie, Post mortem, is het de vraag of Emelie Schepp haar positieve ontwikkeling als thrillerauteur voortzet. In het vorige deel (Narcotica) schuurden de werkelijkheid en aannemelijkheid nog zodanig, dat het stoorde. Goed nieuws is dat Post mortem aanzienlijk minder ‘over the top’ aan doet.
Wederom geldt voor lezers die nog niets van Emilie Schepp hebben gelezen: begin met het eerste deel. Lees je deze serie niet op volgorde, dan haak je geheid af. Jana Berselius is een hoogst merkwaardig en vervreemdend figuur, met zo’n bizar verleden dat je daarvan op de hoogte moet zijn om dit boek te kunnen begrijpen en om met het verhaal mee te willen gaan.
Als Officier van Justitie komt Jana opnieuw in een lastig parket door haar als kind genoten opleiding tot moordmachine. Haar geheim dreigt op straat gegooid te worden door Danilo, destijds eveneens gedrild tot moordmachine. Als hij uit de gevangenis ontsnapt chanteert hij haar hiermee om hem bij haar huis te verbergen. Ondertussen onderzoekt zij met het politieteam van Gunnar Öhrn een reeks rituele moorden. Deze moorden lijken allemaal iets te maken hebben met ambulancerijder Philip Engström, die lijdt aan slapeloosheid en black-outs. De vraag is of hij de dader of een volgend slachtoffer is.
De flashbacks van een mysterieuze ik-verteller die Schepp conform het geijkte thrillerconcept invoegt, zijn origineel en best slim. Uiteraard moet er hier niet te veel over gezegd worden, maar het gevoel dat er iets niet klopt pakt uiteindelijk behoorlijk goed uit. Hoewel er op zich geen sprake is van een opzienbarende verrassing, zit de thriller degelijk in elkaar. De constructie van dit derde deel is aanzienlijk overzichtelijker ten opzichte van de vorige delen, die beide nodeloos ingewikkeld schenen.
Toch moeten ook bij dit deel enkele kanttekeningen opnieuw geplaatst worden. De andere personages van Schepp blijven helaas nog altijd van bordkarton en worstelen zich van het ene privé-cliché naar het andere. De kneuzerige goeierd Henrik en de sneue irritanteling Mia lijken plichtmatig hun repertoire als benodigde bijfiguren af te draaien. Hoewel Post mortem wat dat betreft overigens op zich ook wel aannemelijker geworden is, blijft verder het toeval in Jana’s universum nog steeds een ietwat te belangrijke katalysator voor vergezochte ophelderingen. Hoe handig bijvoorbeeld is het hier plot-technisch dat juist Jana’s moeder iets overkomt in een ambulance. Bovendien doen zich een paar keer situaties voor die onlogisch of op zijn minst moeilijk te begrijpen zijn. Die wanneer je erbij stilstaat eigenlijk vooral verhaaltechnisch te verklaren zijn. Ze hier in detail bespreken gaat niet zonder spoilers. Overigens hebben we het hier toch niet over een halszaak, meer milde puntjes van kritiek. Ernstiger is dan het feit dat Jana bloed verliest op een plaats delict waar ze niet had moeten zijn. Het is niet waarschijnlijk dat ze daarmee wegkomt, al doet ze dat in Post mortem wel. Misschien is dat echter vooralsnog, want hoewel het einde het idee geeft dat de serie afgelopen zou kunnen zijn, blijkt dat na even speuren niet het geval. In Zweden is deel vier al verschenen.
De balans tussen min- en pluspunten maakt Post mortem tot een middelmatige, weinig uitzonderlijke thriller. Emilie Schepp maakt als het ware een pas op de plaats. Toch creëert het boek net als haar vorige goede hoop op een volgend beter boek. Als er nog één pluspunt aan Post mortem gegeven kan worden, dan is het wel het feit dat het boek niet pretendeert verrassend of origineel te zijn. Schepp is duidelijk nog steeds aan het uitproberen. Op sommige gebieden ontwikkelt ze zich goed, op andere gewoon (nog) wat minder.
Reageer op deze recensie