Strak gechoreografeerd en manipulatief
Anita Terpstra heeft als setting in haar nieuwe thriller Vonk voor de balletwereld gekozen. Een harde, pijnlijke omgeving voor balletdansers op topniveau die zich dag in dag uit afbeulen, bezeten van de kick die ze door het dansen ervaren, strevend naar een plekje aan het stralende firmament der balletsterren. Het schipperen tussen gevoelens van afgunst en gunnen binnen een dansgezelschap is een discipline op zich. Jaloezie en haat lijken onvermijdelijk, met eventuele gevolgen van dien. In deze thriller worden de gevoelens evenwel naar een ander niveau ‘gelift’.
Het wereldberoemde dans- en echtpaar Mischa en Nikolaj, verbonden aan Het Nationale Ballet, belandt na een verwoestende brand in het ziekenhuis. Beiden zodanig zwaargewond, dat ze hun danscarrières aan de wilgen kunnen hangen. De idylle van het succesvolle, ogenschijnlijk ideale stel, dat tot dan toe zo sterk en waardig met het verlies van een van hun kinderen omging, valt in duigen: ze beschuldigen elkaar van brandstichting… en een moordaanslag.
Om beurten doen in ik-perspectief Mischa en Nikolaj hun verhaal uit de doeken. Daarbij duiken ze ieder terug in het verleden van afwisselend enkele maanden, een paar jaar en elf jaar geleden. Hun relatie onderling blijkt op zijn zachtst gezegd stormachtig, hun liefde op drijfzand gefundeerd, hun levens de laatste jaren voornamelijk nog met elkaar verstrikt door het delen van een groot geheim. Zowel Mischa als Nikolaj schijnen meer dan genoeg redenen te hebben om elkaar uit de weg te willen ruimen. Kleine en grotere verdachtmakingen lijken daadwerkelijke pogingen hiertoe bovendien te bevestigen. Inspecteur Waanders zoekt de twee telkens weer op in het ziekenhuis, hen onafhankelijk van elkaar verhorend om zo de brandstichter te ontmaskeren. Want dat een van hen de dader moet zijn, is meer dan waarschijnlijk.
Vonk is één grote exercitie in het perspectief van de onbetrouwbare verteller. Of beter gezegd twee vertellers, want Mischa en Nikolaj zijn allebei manipulatoren van de bovenste plank. Daarbij is de plot bijna toneelmatig opgezet. Alle ‘actie’ in het boek vindt namelijk plaats in de flashbacks, terwijl alles in het heden zich afspeelt binnen de vier muren van hun ziekenhuiskamers, zonder veel inmenging van de buitenwereld. De verpleegsters en het weinige ziekenbezoek zijn daarbij niet veel meer dan figuranten. De functie van inspecteur Waanders, als personage eveneens vlak en onbeduidend, is die van katalysator: zijn gestook en beschuldigingen drijven de situatie op de spits en zijn twee machteloze verdachten tot het uiterste. Een van beiden liegt dat het gedrukt staat, maar wie?
Vonk is bijzonder vaardig geschreven, met name het feit dat de voortdurende afwisseling van perspectief en tijd nergens verwarrend noch storend wordt is prijzenswaardig. De lezer wordt genood achterover te leunen en te aanschouwen wat volgens strakke regie aan hem wordt opgevoerd. Het laat zich absoluut moeilijk raden voor wie het doek definitief zal vallen. De finale is daarbij ten slotte passend eclatant, en ook heerlijk een tikkeltje vilein. Geheel in de stijl van egocentrische bühnestrebers.
Reageer op deze recensie