Wie wielrennen snapt, begrijpt de wereld
Veel mensen hebben een zeer uitgesproken, al dan niet terechte, mening over het wielrennen in het algemeen en over het kijken ernaar in het bijzonder. Iedereen die de sport een beetje volgt kent de vooroordelen wel: het is saai, het dopinggebruik is niet van de lucht... Dit alles was voor de Vlaamse wielerkenner en -liefhebber Matthias Vangenechten (1992) aanleiding een boekje te schrijven met de veelzeggende titel: Hoe word je een wielerfan (en blijf je er een).
In eerste instantie zou het gevoel kunnen overheersen of een boekwerkje als dit wel een toegevoegde waarde heeft in het rijke landschap van alle andere werken, die over deze sport zijn verschenen. Deze vraag kan (en moet misschien wel) volmondig met ja worden beantwoord. De liefde van Vangenechten voor de wielrennerij straalt daadwerkelijk van iedere pagina af. Voor diegene die echt meer van de sport wil weten, reikt dit boek de juiste handvatten aan. Het enige minpuntje in de tekst is het gebruik van het wielerjargon, waarmee een onervaren kijker mogelijk niet direct uit de voeten kan. Bovendien blijven de gegeven praktijkvoorbeelden veelal beperkt tot de Vlaamse wielrijders.
De inhoud van Hoe word je een wielerfan toont onomstotelijk aan dat de auteur een echte kenner is. Hij benoemt de zaken duidelijk bij de naam. Heilige huisjes zijn voor hem daarbij niet heilig. Vangenechten heeft bijvoorbeeld een uitgesproken mening over wielrenners, ploegleiders, sponsors en vooral over de rol van de media. Maar omdat hij veel zaken ‘bij de naam noemt’ lukt het hem wel een alternatieve zienswijze te presenteren. Hierdoor zullen zowel ervaren als onervaren liefhebbers het echte plezier in het kijken naar wielrennen (terug-)vinden.
Doordat Vangenechten een directe schrijfstijl gebruikt, soms spreekt hij de lezer letterlijk aan, kan het verhaal wellicht wat overdonderend overkomen. Het moet inderdaad gezegd, dat het Matthias Vangenechten niet bepaald ontbreekt aan zelfvertrouwen. Echter ontaardt dit helemaal nergens in arrogantie of misplaatste betweterij. Er is eerder sprake van cynisme met een vleugje sarcasme richting de sport. Als de lezer bereid is met deze blik de tekst te lezen, zorgt dit boek voor zeer vermakelijke en leerzame leesuurtjes.
En als extraatje biedt dit boek ook nog een groot aantal leestips. In het verleden zijn er prachtige boeken over wielrennen verschenen, ook in het fictieve genre. Als je voor jezelf hebt bepaald onder welke categorie wielerliefhebber (dit wordt uitgelegd in het boek) je kunt worden ingedeeld, is het eenvoudig te bepalen welke van deze werken geschikt zijn om te gaan lezen.
Het meest interessant in het boek is het verband dat wordt gelegd tussen de wielersport en fictie. Dat geeft de stelling ‘Wie wielrennen snapt, begrijpt de wereld’ een bijzondere betekenis. Daar kan iedere fanatieke lezer zich vast wel iets bij voorstellen. Of zoals de auteur het in zijn eigen voorbeeldrecensie uitdrukt: “Wielerliefhebbers doen zichzelf een leven cadeau”.
Reageer op deze recensie