Lezersrecensie
Rauw en pijnlijk, tegelijk genot met een hoofdletter G
++Je staat met buikpijn en in je pyjama aan het bed van je ouders, aan je moeders kant, een kop koffie in je hand. Je hebt lang nagedacht over wat je gaat zeggen.
‘Mama, zou je alsjeblieft geen ruzie meer willen maken met papa?’++
Een veelzeggende passage uit de roman Wat je van bloed weet, geschreven door schrijver en regisseur Philip Huff (1984). Het boek verscheen in januari 2022 en het werd uitgegeven door de gerenommeerde uitgeverij Prometheus.
De verteller van Wat je van bloed weet wordt voor het eerst verliefd. Op de Blaricumse hockeyclub valt hij als een blok voor Cato de Witte. Met haar doorloopt hij de middelbare schoolperiode in Bussum. Hij woont in een vrijstaand huis als onderdeel van een ogenschijnlijk rijke familie. Ze wonen zo afgelegen dat de buren niets kunnen horen…
Letterlijk in de eerste zin van het verhaal valt iets bijzonders op te merken. Het verhaal wordt in de tweede persoon verteld. Dat is in het begin misschien even wennen, maar wie zich afvraagt waarom Philip Huff voor dit perspectief koos, zal snel tot de conclusie komen dat het volstrekt begrijpelijk is. Waarschijnlijk is hij alleen door het scheppen van enige afstand in staat de pijnlijke scenes en herinneringen op papier te krijgen. En het moet gezegd: het werkt en hij is fabuleus in zijn missie geslaagd. De beschrijvingen zijn zo levensecht dat je als lezer af en toe de neiging voelt beschaamd opzij te kijken.
De vorm waarin Huff het vehaal schreef is raak. In elf blokken wordt het leven ven de verteller gevolgd, waarin de periode 1992 – 2016 de revue passeert. In rauwe en tegelijk poëtische taal trekken gebeurtenissen aan het blikveld van de lezer voorbij. Daarbij laat de schrijver (bewust?) open ruimtes over. Dit is zeker geen gemakzucht of een gemis. Juist hierdoor biedt het verhaal ruimte voor eigen gedachten, interpretatie en verdieping.
Wat je van bloed weet is een pareltje zoals je ze veel te weinig tegenkomt. Voor de fijnproever is het een verademing en een garantie voor leesgenot. Niet eenvoudig, niet geschikt voor een snel tussendoortje. Het is een boek waaruit je de woorden proeft, over de tong laat rollen en doorslikt om vervolgens een nieuwe hap te nemen. En het mooiste is dat als de laatste bladzijde is verteerd er altijd de mogelijkheid bestaat alles te herkauwen…en alle genot opnieuw te beleven.
‘Mama, zou je alsjeblieft geen ruzie meer willen maken met papa?’++
Een veelzeggende passage uit de roman Wat je van bloed weet, geschreven door schrijver en regisseur Philip Huff (1984). Het boek verscheen in januari 2022 en het werd uitgegeven door de gerenommeerde uitgeverij Prometheus.
De verteller van Wat je van bloed weet wordt voor het eerst verliefd. Op de Blaricumse hockeyclub valt hij als een blok voor Cato de Witte. Met haar doorloopt hij de middelbare schoolperiode in Bussum. Hij woont in een vrijstaand huis als onderdeel van een ogenschijnlijk rijke familie. Ze wonen zo afgelegen dat de buren niets kunnen horen…
Letterlijk in de eerste zin van het verhaal valt iets bijzonders op te merken. Het verhaal wordt in de tweede persoon verteld. Dat is in het begin misschien even wennen, maar wie zich afvraagt waarom Philip Huff voor dit perspectief koos, zal snel tot de conclusie komen dat het volstrekt begrijpelijk is. Waarschijnlijk is hij alleen door het scheppen van enige afstand in staat de pijnlijke scenes en herinneringen op papier te krijgen. En het moet gezegd: het werkt en hij is fabuleus in zijn missie geslaagd. De beschrijvingen zijn zo levensecht dat je als lezer af en toe de neiging voelt beschaamd opzij te kijken.
De vorm waarin Huff het vehaal schreef is raak. In elf blokken wordt het leven ven de verteller gevolgd, waarin de periode 1992 – 2016 de revue passeert. In rauwe en tegelijk poëtische taal trekken gebeurtenissen aan het blikveld van de lezer voorbij. Daarbij laat de schrijver (bewust?) open ruimtes over. Dit is zeker geen gemakzucht of een gemis. Juist hierdoor biedt het verhaal ruimte voor eigen gedachten, interpretatie en verdieping.
Wat je van bloed weet is een pareltje zoals je ze veel te weinig tegenkomt. Voor de fijnproever is het een verademing en een garantie voor leesgenot. Niet eenvoudig, niet geschikt voor een snel tussendoortje. Het is een boek waaruit je de woorden proeft, over de tong laat rollen en doorslikt om vervolgens een nieuwe hap te nemen. En het mooiste is dat als de laatste bladzijde is verteerd er altijd de mogelijkheid bestaat alles te herkauwen…en alle genot opnieuw te beleven.
3
Reageer op deze recensie