Lezersrecensie
Wonderlijk familie-epos vol voelbare geheimen
De prikkelende openingszin van ‘Als de wereld wankelt’ trekt je meteen het verhaal in: hier is iets vreemds aan de hand en je wil weten wat! Uiteindelijk duurt het bijna de volle 546 pagina’s van de Young Adult-roman voordat alle puzzelstukjes in elkaar passen. Dankzij de verrassende opbouw en het beeldende taalgebruik van schrijfster Jandy Nelson (New York, 1965) is dat echter zeker geen straf.
Het verhaal speelt zich af in Californië waar Dizzy, Miles en Wynton Fall leven met hun moeder Bernadette. Vader Theo is jaren geleden op raadselachtige wijze verdwenen en sindsdien hangt er een voelbaar verdriet over het gezin. Door de komst van de mysterieuze Cassidy verandert de status quo in de familie. De vertrouwde wereld wankelt en er stroomt veel oud zeer over de rand. Deze pijn komt in scheuten vrij: Nelson geeft alle hoofdpersonages hun eigen hoofdstukken waardoor je ze door en door leert kennen. Die afwisseling in verhaallijnen zorgt er bovendien voor dat de spanning erin blijft, vooral ook door de cliffhangers aan het eind van menig verhaal.
De twaalfjarige Dizzy en buurhond Sandro zorgen voor de vrolijke noot in een boek dat verder niet is doorspekt met humor. Wel met sprookjes. In flashbacks wordt de familiegeschiedenis vóór Theo, Bernadette en de kinderen namelijk gedeeld aan de hand van mythische vertelsels, waarbij reuzen huizen opeten en jongens licht geven. Af en toe duikt er een flashforward op, die een inkijkje geeft in wat er te gebeuren staat. Ook daarmee houdt Nelson de spanning vast.
De fantasy-elementen die regelmatig opduiken beogen hetzelfde effect. De lezer wordt echter herhaaldelijk op het verkeerde been gezet en hinkt daardoor op twee gedachten: kan hond Sandro echt praten, of spelen de gesprekken tussen hem en Miles zich enkel af in het hoofd van die laatste? Ziet Dizzy daadwerkelijk geesten, of komen ze voort uit haar fantasierijke verbeelding? Het verlossende antwoord blijft uit en daarmee voegt Nelson onverwacht nog een laatste verhaallijn toe: die van de opheldering zoekende lezer.
Het verhaal speelt zich af in Californië waar Dizzy, Miles en Wynton Fall leven met hun moeder Bernadette. Vader Theo is jaren geleden op raadselachtige wijze verdwenen en sindsdien hangt er een voelbaar verdriet over het gezin. Door de komst van de mysterieuze Cassidy verandert de status quo in de familie. De vertrouwde wereld wankelt en er stroomt veel oud zeer over de rand. Deze pijn komt in scheuten vrij: Nelson geeft alle hoofdpersonages hun eigen hoofdstukken waardoor je ze door en door leert kennen. Die afwisseling in verhaallijnen zorgt er bovendien voor dat de spanning erin blijft, vooral ook door de cliffhangers aan het eind van menig verhaal.
De twaalfjarige Dizzy en buurhond Sandro zorgen voor de vrolijke noot in een boek dat verder niet is doorspekt met humor. Wel met sprookjes. In flashbacks wordt de familiegeschiedenis vóór Theo, Bernadette en de kinderen namelijk gedeeld aan de hand van mythische vertelsels, waarbij reuzen huizen opeten en jongens licht geven. Af en toe duikt er een flashforward op, die een inkijkje geeft in wat er te gebeuren staat. Ook daarmee houdt Nelson de spanning vast.
De fantasy-elementen die regelmatig opduiken beogen hetzelfde effect. De lezer wordt echter herhaaldelijk op het verkeerde been gezet en hinkt daardoor op twee gedachten: kan hond Sandro echt praten, of spelen de gesprekken tussen hem en Miles zich enkel af in het hoofd van die laatste? Ziet Dizzy daadwerkelijk geesten, of komen ze voort uit haar fantasierijke verbeelding? Het verlossende antwoord blijft uit en daarmee voegt Nelson onverwacht nog een laatste verhaallijn toe: die van de opheldering zoekende lezer.
2
Reageer op deze recensie