Lezersrecensie
Aanrader voor Arlidge-liefhebbers
In M.J. Arlidge,'s 'Wie niet weg is', bevinden we ons in een fascinerende wereld waarin Helen Grace, ooit een eminente rechercheur in Southampton, nu gevangen zit te midden van de schurken die ze persoonlijk achter slot en grendel heeft geplaatst. Haar enige hoop op verlossing rust op de fragiele schouders van rechtvaardigheid, die zich slechts zal manifesteren wanneer haar naderende rechtszaak plaatsvindt en zij haar onschuld kan bewijzen. Temidden van deze macabere gevangenisomgeving, schetst de ontdekking van een verminkt kadaver in de cel naast de hare een sinistere voortekening en doet Helen huiveren voor haar eigen levensadem. Het is evident dat zich een gewiekste moordenaar, onopgemerkt in de duistere coulissen van de gevangenis, begeeft, en zij voelt de drang om hem op te sporen, vooraleer zij het volgende wordt...
'Wie niet weg is' manifesteert zich als het zesde deel in de geprezen reeks, toegewijd aan het personage van Helen Grace. Ik moet erkennen dat mijn interesse in deze auteur z'n proza recentelijk aan erosie onderhevig was. De laatste episoden neigden naar herhaling en vertoonden een zeker voorspelbaarheid. Dit verandert echter drastisch met 'Wie niet weg is'. Dit deel, geponeerd als een monumentaal keerpunt, weet mij ten volle te verrassen en brengt de ongebreidelde en typische allure van Helen Grace terug zoals het lezerspubliek gewend is van Arlidge.
Deze keer aanschouwen wij een unieke vertelling, waarin Helen zich in de diepste krochten van een penitentiaire instelling bevindt, worstelend om boven de getijden van het onrecht uit te stijgen. De lofzangen van haar medegevangenen en de belegering van het gevangenispersoneel betreffen haar, daar zij als een oude politieagente wordt beschouwd die drie meedogenloze moorden op haar geweten zou hebben. Er slaat een moorddreiging toe binnen de gevangenismuren, en Helen's instinct ontwaakt in volle hevigheid. Zij besluit zich met volharding en niet-aflatende vastberadenheid op de jacht naar de koelbloedige moordenaar te gaan. Niettemin, de vraag rijst of het aangewezen is om binnen de gelederen van haar medegevangenen of het gevangenispersoneel te speuren naar de verdorvene.
Er zijn parallelle verhaallijnen, te weten het lot van Helen achter tralies en het nobele streven van haar voormalige collega en boezemvriendin Charlie Brooks. Charlie is de enige die, als een rots in de branding, gelooft in Helen's onschuld en onvervaard de ontrafeling van de werkelijke schuldige nastreeft, met een subliem staaltje eigenzinnigheid en het inzetten van haar eigen leven. Terwijl de dossiers zich ophopen, worden in de gevangenis nieuwe moorden gepleegd, en Helen ontrafelt langzaam de complexe geschiedenis en intriges die haar omringen.
'Wie niet weg is' biedt een overvloed aan grondig rechercheurswerk. Tijden van lichte verbazing werden ontketend wanneer Helen schijnbaar moeiteloos aan cruciale informatie komt. Maar in deze episode wordt haar toegemeten taak om eigenhandig de puzzelstukjes te assembleren op een dwingende wijze naar voren geschoven. Het persoonlijke facet van Helen's leven vervaagt en wordt schaars belicht, gegeven de sombere context van haar gevangenschap, wat onvermijdelijk is.
Arlidge schrijft met zijn gebruikelijke ritmische cadans en in korte, ademloze hoofdstukken. Ondanks de substantiële hoeveelheid, een getal naderend tot vierhonderd, vliegt men onontkomelijk door het verhaal.. Het ultieme raadsel, de onthulling van de dader, is een overweldigende verrassing. Helen's streven naar gerechtigheid gaat gepaard met een zelfbeheersing die verfrissend is in vergelijking met haar eerdere onbezonnenheid. Ditmaal lijkt zij de rationaliteit te omarmen en toont zij de bereidheid om haar collega's in te lichten, een breuk met het verleden waarin zij roekeloos haar eigen weg ging. Een aarnarder voor de liefhebbers van Arlidge's werk
'Wie niet weg is' manifesteert zich als het zesde deel in de geprezen reeks, toegewijd aan het personage van Helen Grace. Ik moet erkennen dat mijn interesse in deze auteur z'n proza recentelijk aan erosie onderhevig was. De laatste episoden neigden naar herhaling en vertoonden een zeker voorspelbaarheid. Dit verandert echter drastisch met 'Wie niet weg is'. Dit deel, geponeerd als een monumentaal keerpunt, weet mij ten volle te verrassen en brengt de ongebreidelde en typische allure van Helen Grace terug zoals het lezerspubliek gewend is van Arlidge.
Deze keer aanschouwen wij een unieke vertelling, waarin Helen zich in de diepste krochten van een penitentiaire instelling bevindt, worstelend om boven de getijden van het onrecht uit te stijgen. De lofzangen van haar medegevangenen en de belegering van het gevangenispersoneel betreffen haar, daar zij als een oude politieagente wordt beschouwd die drie meedogenloze moorden op haar geweten zou hebben. Er slaat een moorddreiging toe binnen de gevangenismuren, en Helen's instinct ontwaakt in volle hevigheid. Zij besluit zich met volharding en niet-aflatende vastberadenheid op de jacht naar de koelbloedige moordenaar te gaan. Niettemin, de vraag rijst of het aangewezen is om binnen de gelederen van haar medegevangenen of het gevangenispersoneel te speuren naar de verdorvene.
Er zijn parallelle verhaallijnen, te weten het lot van Helen achter tralies en het nobele streven van haar voormalige collega en boezemvriendin Charlie Brooks. Charlie is de enige die, als een rots in de branding, gelooft in Helen's onschuld en onvervaard de ontrafeling van de werkelijke schuldige nastreeft, met een subliem staaltje eigenzinnigheid en het inzetten van haar eigen leven. Terwijl de dossiers zich ophopen, worden in de gevangenis nieuwe moorden gepleegd, en Helen ontrafelt langzaam de complexe geschiedenis en intriges die haar omringen.
'Wie niet weg is' biedt een overvloed aan grondig rechercheurswerk. Tijden van lichte verbazing werden ontketend wanneer Helen schijnbaar moeiteloos aan cruciale informatie komt. Maar in deze episode wordt haar toegemeten taak om eigenhandig de puzzelstukjes te assembleren op een dwingende wijze naar voren geschoven. Het persoonlijke facet van Helen's leven vervaagt en wordt schaars belicht, gegeven de sombere context van haar gevangenschap, wat onvermijdelijk is.
Arlidge schrijft met zijn gebruikelijke ritmische cadans en in korte, ademloze hoofdstukken. Ondanks de substantiële hoeveelheid, een getal naderend tot vierhonderd, vliegt men onontkomelijk door het verhaal.. Het ultieme raadsel, de onthulling van de dader, is een overweldigende verrassing. Helen's streven naar gerechtigheid gaat gepaard met een zelfbeheersing die verfrissend is in vergelijking met haar eerdere onbezonnenheid. Ditmaal lijkt zij de rationaliteit te omarmen en toont zij de bereidheid om haar collega's in te lichten, een breuk met het verleden waarin zij roekeloos haar eigen weg ging. Een aarnarder voor de liefhebbers van Arlidge's werk
1
Reageer op deze recensie