Lezersrecensie
Er wordt pas gedanst als de woorden over je tong rollen
De dansvloer is van iedereen, een wervelende titel voor de eerste gepubliceerde poëziebundel van Maaike De Wolf. Ze schreef al eerder poëzie, niet gebundeld, welke verscheen in De Gids, Het Liegend Konijn, het Hollands Maandblad en op derevisor.nl. Zij werkt verder als freelance tekstschrijver, copywriter en webredacteur.
Voor de leesclub op Hebban mochten we met een kleine groep deze bundel lezen en bespreken.
De vrolijke titel maakt dat een open en sprankelende inhoud verwacht wordt. De gedichten zijn minder toegankelijk dan in eerste instantie verwacht. Ze moeten geregeld minstens tweemaal gelezen worden om door te laten dringen. Daarbij kan het handig zijn om ze over de tong te laten rollen, te laten gisten en misschien zelfs hardop uit te spreken. Dan wordt meer ritme voelbaar en gaan de beelden leven. Als de ‘boodschap’ van het gedicht eenmaal duidelijk wordt, ontdek je een leuk ‘verhaal’ en vind je geregeld humor. Toch zijn niet alle gedichten heel vrolijk.
De Wolf kiest niet voor klassieke rijm gecombineerd met metrum. Geregeld worden de gedichten afgewisseld door prozapoëzie; kleine korte verhalen die tegen poëzie aanschurken.
Als het lukt een gedicht te doorgronden wordt pas helder dat er mooie metaforen en beeldspraak gebruikt worden. De auteur geeft haar kunsten niet zo maar prijs. Je moet hier als lezer iets voor doen.
Het betreft een bijzonder debuut waarbij even kauwen op de gedichten zinvol is om de schoonheid van het taalgebruik en de inhoud te doen opborrelen.
Voor de leesclub op Hebban mochten we met een kleine groep deze bundel lezen en bespreken.
De vrolijke titel maakt dat een open en sprankelende inhoud verwacht wordt. De gedichten zijn minder toegankelijk dan in eerste instantie verwacht. Ze moeten geregeld minstens tweemaal gelezen worden om door te laten dringen. Daarbij kan het handig zijn om ze over de tong te laten rollen, te laten gisten en misschien zelfs hardop uit te spreken. Dan wordt meer ritme voelbaar en gaan de beelden leven. Als de ‘boodschap’ van het gedicht eenmaal duidelijk wordt, ontdek je een leuk ‘verhaal’ en vind je geregeld humor. Toch zijn niet alle gedichten heel vrolijk.
De Wolf kiest niet voor klassieke rijm gecombineerd met metrum. Geregeld worden de gedichten afgewisseld door prozapoëzie; kleine korte verhalen die tegen poëzie aanschurken.
Als het lukt een gedicht te doorgronden wordt pas helder dat er mooie metaforen en beeldspraak gebruikt worden. De auteur geeft haar kunsten niet zo maar prijs. Je moet hier als lezer iets voor doen.
Het betreft een bijzonder debuut waarbij even kauwen op de gedichten zinvol is om de schoonheid van het taalgebruik en de inhoud te doen opborrelen.
2
Reageer op deze recensie