Eerbetoon aan wetenschappelijke superhelden
Toen bioloog Richard Dawkins in 2004 werd gevraagd om de Gould-lezing te verzorgen aan de Universiteit Leiden, wilde hij dat alleen doen als de naam van de lezing werd veranderd in Niko Tinbergen-lezing. Dawkins was namelijk niet bepaald gecharmeerd van de ideeën van Stephen Jay Gould, maar des te meer van die van Niko Tinbergen, een van zijn vroegere leermeesters aan de Universiteit van Oxford. De naam van de lezing werd aangepast en Dawkins kwam naar Leiden. Tinbergen was dan ook niet zo maar een bioloog, maar een van zodanig wetenschappelijk statuur dat hij in 1973 de Nobelprijs voor fysiologie of geneeskunde mocht ontvangen. Vier jaar eerder was broer Jan Tinbergen dezelfde eer ten deel gevallen, hij kreeg in dat jaar de Nobelprijs voor economie.
Naast de biografieën van de twee broers Tinbergen staat Nobel op de kaart vol met anekdotes over het leven en werk van de 21 Nederlandse Nobelprijswinnaars. Aan elke winnaar is een hoofdstuk gewijd. Journalist Martijn van Calmthout en bioloog Jelle Reumer schrijven in elk hoofdstuk over de Nobelprijswinnaar zelf, over zijn (het zijn vooralsnog alleen mannen) werk en over de sporen die hij heeft achtergelaten (laboratoria, woonhuizen, familiegraven, et cetera). De hoofdstukken zijn gegroepeerd naar de steden waar de Nobelprijswinnaars hun onderzoek uitvoerden, of waar ze gestudeerd hebben. Ze sluiten af met een of twee pagina’s trivia, zo dankt bijvoorbeeld planetoïde 58279 Kamerlingh (1993 TE40) zijn naam aan Nobelprijswinnaar Heike Kamerlingh Onnes en zijn in Nederland meer dan 40 straten, lanen, kades, wegen en pleinen naar natuurkundige H.A Lorentz vernoemd. Lorentz is daarmee de Nobelprijswinnaar die het meest voorkomt op Nederlandse straatnaamborden.
Door de gekozen indeling lijkt Nobel op de kaart een naslagwerkje, waarin je naar gelang je interesse bladert, maar dat is niet het geval. Het laat daarentegen zien, hoe belangrijk Nederlandse wetenschappers zijn geweest in de afgelopen eeuw. Een goed voorbeeld is Lorentz, die als een van de eersten in 1906 reageerde op een artikel van Albert Einstein. De twee leerden elkaar als vrienden kennen en waarderen. Andere Nederlandse wetenschappers stonden aan de wieg van ontdekkingen als vitamine B1, lasers, grafeen en het Electrocardiogram.
Van Calmthout en Reumer presenteren het werk van geniale biologen, natuurkundigen, vredesactivisten en economen op voor leken begrijpelijke wijze, zonder zich te verlagen tot Jip- en Janneketaal. Alleen daarom al is het boek een aanrader voor iedereen, die meer wil weten over de ontwikkeling van de wetenschap in Nederland. Maar daarnaast verdienen Eijkman, Bloembergen, Geim, Zernike en al die andere briljante wetenschappers meer dan alleen een plaatsnaambordje in een Vinex-gemeente. Nobel op de kaart zet de 21 Nederlandse Nobelprijswinnaars dan ook terecht op een fraaie manier op de kaart.
Reageer op deze recensie