Zeer toegankelijk geschreven levensverhaal
De dagen komen en gaan maakt deel uit van een boekenreeks van Oxfam Novib, waarin schrijvers uit niet-westerse landen een podium krijgen. De organisatie wil op die manier de originaliteit en kracht van andere ideeën en culturen laten zien. Een van de auteurs is Hemley Boum (1973), geboren in Kameroen en nu wonend in Frankrijk. Ze studeerde Sociale Wetenschappen en Internationale Handel. In 2010 debuteerde ze als romanschrijfster. Haar laatste pennenvrucht, Les jours viennent et passent, werd in het Nederlands vertaald door Mieke Maassen, Gertrud Maes en Alice Teekman. Voor haar twee laatste boeken ontving de auteur de Grand prix littéraire d’Afrique noir.
Anna is stervende en ligt in het ziekenhuis, ze vertelt over haar bewogen leven in Kameroen. Haar dochter Abi, die in Frankrijk woont, houdt haar gezelschap. Anna groeide op in een dorpje in een afgelegen streek in Centraal-Afrika. Ze werd door de nonnen uitgekozen om een ‘ontwikkelde vrouw’ te worden en mocht daarom elders naar school. Zo leerde ze een heel andere, rijke wereld kennen. Ze bleef echter lange tijd een buitenstaander die moest knokken voor haar bestaan. De stroom herinneringen wordt afgewisseld met informatie over Abi’s leven in Frankrijk.
In dit eerste deel blijft de lezer nog een beetje op zijn honger zitten. Hoe meeslepend het verhaal van Anna ook is, de intermezzo’s over Abi’s leven zijn iets te aanwezig en te alledaags: een opgroeiend kind, een liefde die plots niet meer alles overwint, een minnaar. Het is heel de tijd uitkijken naar het verhaal van Tina, overlevende van de Boko Haram-kampen (islamitische terreurgroep die actief is in Noord-Kameroen en Nigeria). Het geduld van de lezer zal beloond worden in het tweede deel van het boek, waarin de focus verlegd wordt naar de jongere generatie.
Plots zijn het Max, Abi’s zoon, en zijn drie Kameroense vrienden Jenny, Tina en Ismaël die in het middelpunt staan. Anna noemt hen haar ‘verloren kinderen’. Het is hier dat het verhaal plots een heel andere toon aanneemt. Terugkijkend is het Anna en haar dorpsgenoten nog steeds een raadsel hoe de situatie zo heeft kunnen ontsporen. Ongemerkt heeft het fundamentalisme zijn intrede gedaan, totaal onverwacht heeft Boko Haram zijn klauwen geslagen in onschuldige mensen.
Het boek geeft de lezer slechts een beperkt inzicht in de Kameroense geschiedenis, het is dan ook geen non-fictie. Ingrijpende gebeurtenissen, zoals de onafhankelijkheidsstrijd van de Bamileke, dienen slechts als achtergrond bij de ontboezemingen van Anna. Wel is er aandacht voor de ontvoering van honderden schoolkinderen door Boko Harem, de actie die ook in Nederland de voorpagina van de kranten haalde. Wil de lezer meer inzicht krijgen in de geschiedenis van het land, de verschillende culturen en conflicten, dan zal die daar zelf naar op zoek moeten.
In De dagen komen en gaan verwerkt de auteur tegenstellingen zoals arm en rijk, zwart en wit, christen en moslim. Ook universele thema’s als liefde en ontrouw, familie en vriendschap komen aan bod. Dat alles in een uiterst toegankelijk proza, waar af en toe plaats is voor dialoog. Boum weet gedachten en gebeurtenissen zo op papier te zetten dat de lezer niet anders kan dan genieten, ondanks de bijwijlen gruwelijke werkelijkheid.
Reageer op deze recensie