Bizar op alle fronten
Hans Theys (1976) is een Vlaamse filosoof en kunsthistoricus. Hij schreef en regisseerde toneelstukken en maakte films. Eveneens is hij de auteur van tientallen boeken over het werk van hedendaagse kunstenaars; daarnaast publiceerde hij honderden essays en interviews, gebaseerd op samenwerkingen of gesprekken met de kunstenaars in kwestie. Na al dat non-fictiegeweld besloot Theys in 2021 de stoute schoenen aan te trekken en een eerste roman uit te brengen. De genade is een ietwat bijzonder detectiveverhaal.
Het boek kent een aparte opbouw. In het eerste deel ‘De genade’ volgen we gedurende tien dagen rechercheur Breukmans, vijftiger en behept met een hele resem eigenaardigheden. Hij onderzoekt de verdwijning van leeftijdsgenoot Versluys, kunsthistoricus en docent, gezegend met een aantal exen en (stief)vader van verschillende kinderen. In het tweede deel ‘De verlossing’ vergezelt de lezer de verdwenen en dood teruggevonden Versluys tijdens de laatste zeven dagen van zijn leven. De man bezoekt voor zijn dood de personen die belangrijk voor hem waren. Is iedereen wie hij verondersteld wordt te zijn? Wat is schijn en wat is waarheid?
De genade kent met Breukmans en Versluys twee duidelijke hoofdpersonages. De rechercheur blijkt een zwak te hebben voor online kleren shoppen en houdt zodanig veel van de geur van versgebakken brood dat hij er voortdurend een in de auto heeft liggen. Hij zit voortdurend met zijn neus in een boek, hij leest over mieren en mestkevers en heeft een boontje voor Philip Roth. Over de verdwenen kunsthistoricus komt de lezer lange tijd niet bijzonder veel te weten, het zijn vooral zijn vrouwen en (stief)kinderen die in beeld komen. Toch komen zij zelden echt tot leven en zijn ze niet veel meer dan namen in een bizar verhaal.
Het gevoel dat tijdens het lezen overheerst is verbazing. Wat is dit voor een vreemd verhaal? Wat moeten al die zonderlinge intermezzo’s en waarom heeft de rechercheur van die eigenaardige dromen? Hij deelt gul zijn gedachten met de lezer, maar ze brengen hem geen stap dichter bij de oplossing. Zijn enige aanknopingspunt is een mapje met schrijfsels van de verdwenen Versluys. Cursief gedrukt duiken ze hier en daar op in het boek. Helaas bieden ze niet bepaald uitsluitsel. Verwarring alom. Het enige wat de rechercheur kan doen, is praten met de familie van de verdwenen man; helaas lijkt hij niet gezegend met grote kwaliteiten.
Het boek, dat slechts iets meer dan 200 bladzijden telt, lijkt af en toe een lesje in muziekgeschiedenis. Tientallen muzikanten en songs passeren de revue, de gemiddelde lezer heeft daar totaal geen boodschap aan, zal er zich zelfs aan ergeren. Het is dus oppassen geblazen om niet de aandacht te laten verslappen, want die is nodig bij de uiteindelijke ontknoping. Met de schrijfstijl van Theys is overigens niets mis, eenvoudig en een beetje staccato hier en daar, met veel ruimte voor dialoog.
De vraag blijft wat Theys voor ogen had toen hij De genade schreef. Zijn boek is geen standaard detectiveverhaal, maar een boeiende roman is het evenmin. Te veel aandacht voor min of meer irrelevante zaken en gedachten, de echte informatie te zeer omfloerst, waardoor de lezer het gevoel heeft zich op een zwalpend schip te bevinden en alleen maar snel de overkant bereiken wil.
Reageer op deze recensie