Interessant, verrassend en meeslepend
Je moet het maar durven; beroemde namen en gevestigde theorieën compleet onderuithalen. Rutger Bregman doet het, en hoe. Wat een gedegen research ging er aan dit boek vooraf! Eén vraag staat centraal in De meeste mensen deugen: Is de mens van nature goed of slecht? Met die vraag in het hoofd neemt de auteur ons mee op een bijzonder boeiende zoektocht. Psychologie, economie, literatuur, overal houden we wel even halt.
Het boek bevat ontzettend veel info, maar die is zo leuk verpakt dat je alleen maar meer wilt. Bregman neemt je regelmatig bij de hand, zodat je nooit het overzicht verliest. Af en toe vat hij iets samen of blikt hij terug. Op andere momenten kondigt hij aan wat er in de volgende hoofdstukken te gebeuren staat. Die ‘bindteksten’ zijn geschreven in de ik-vorm en vormen een perfecte match met de informatieve tekst, die vanzelfsprekend het grootste deel van het boek vormt.
‘Zelfs als het bewijs ons recht in het gezicht staart, weten we onszelf nog voor de gek te houden.’
Rutger Bregman (1988) is Nederlands geschiedkundige en opiniemaker. Hij is een van de vaste schrijvers van De Correspondent, een journalistiek online platform. Sinds hij in 2012 debuteerde als non-fictieschrijver bracht hij vijf boeken uit, stuk voor stuk over niet-alledaagse ideeën. Zo is de auteur voorstander van een basisinkomen voor iedereen. Zijn Gratis geld voor iedereen deed veel stof opwaaien en bezorgde hem zelfs een uitnodiging voor het World Economic Forum in Davos.
Met De meeste mensen deugen heeft Bregman opnieuw een spraakmakend boek afgeleverd. Het bestaat uit vijf grote delen, waarbij er vooral aandacht is voor de invloed van de ‘beschaving’ op de mens. Heel wat experimenten uit de vorige eeuw passeren de revue. De auteur onderzoekt wat het effect van macht is en hoe mensen gemotiveerd worden om het ‘juiste’ gedrag te vertonen.
‘Vriendelijkheid is zo besmettelijk als de pest.’
Als een soort rode draad lopen de ideeën van de filosofen Thomas Hobbes en Jean-Jacques Rousseau door het boek. Hobbes, de pessimist die geloofde dat de mens van nature slecht is en dacht dat alleen de beschaving ons van onze dierlijke instincten kon redden. Daartegenover Rousseau, de man die dacht dat we diep vanbinnen juist goed zijn en dat net de beschaving ons heeft verpest.
De verleiding is groot om het te hebben over alle theorieën en experimenten die Bregman aanhaalt. Alles is immers mateloos interessant en leidt ook daadwerkelijk ergens heen. De research achter dit boek is indrukwekkend en het resultaat bij momenten verbijsterend.
Hoe is het mogelijk dat sommige proeven uit het verleden nep bleken te zijn, maar nog altijd als bewijs van achterhaalde theorieën gepresenteerd worden? Hoe is het mogelijk dat oppervlakkige studies gigantisch veel aandacht krijgen, terwijl gedegen onderzoek geen podium vindt?
‘Het kwade is sterker, maar het goede is met meer.’
Veel vragen in dit boek, veel antwoorden ook. Vaak zijn dat nieuwe antwoorden, nieuwe inzichten. Bregman illustreert hoe mythes geboren worden en hoe hardnekkig ze kunnen zijn. Bovenal echter weet hij steeds opnieuw een bron van hoop, veerkracht en vernuft aan te boren. Een verademing, want wie regelmatig naar het nieuws kijkt of actief is op de sociale media, krijgt al gauw het idee dat onze wereld alleen maar hard en slecht is.
De auteur doet zijn uiterste best om een tegenwicht te bieden, het kwaad in de mens te verklaren. En slaagt daar wonderwel in. Waarna hij zich afvraagt wat er zou gebeuren als we zouden uitgaan van een ander, positiever mensbeeld. Ligt er dan een nieuwe wereld in het verschiet?
De meeste mensen deugen is een boek waarin Rutger Bregman het opneemt voor de mens. Het is een bijzonder toegankelijk huzarenstukje geworden, dat oproept om positief in het leven te staan en ervoor pleit om kritisch te zijn. Ben je op zoek naar meeslepende non-fictie van de bovenste plank? Lees dan de nieuwe Bregman. Lees en verbaas je. Verbaas je en geniet.
Reageer op deze recensie