Gehuwd tegen wil en dank
Het is 1945, de zeventienjarige Sandrine doet haar intrede in de familie Ceder. Zij zal trouwen met oudste zoon Ivan. De sfeer is grimmig. Het vriest stenen uit de grond en de huwelijksplechtigheid vindt plaats op een eilandje dat enkel met gevaar voor eigen leven te bereiken is. Van blijdschap is niets te merken, Sandrines nieuwe familie lijkt net zo koud als het weer en voor iedereen is duidelijk dat dit een gearrangeerd huwelijk is. De bruid is diep ongelukkig. En zwanger. Van wie, dat weet niemand.
Na deze indrukwekkende start volgt een terugblik naar de jeugdjaren van Sandrine. Zij is Franse van geboorte, opgegroeid in een havenstad, maar later verhuisd naar een Pools bergdorp. De vader van Sandrine en haar zussen is dan al uit beeld en de familie wordt nooit echt aanvaard in het dorp. De vrouwen dachten de naderende oorlog te ontvluchten, maar bleken er recht naartoe verhuisd te zijn. Het zou het begin van heel wat drama zijn. We komen meer te weten over de zwangerschap van Sandrine en ontdekken hoe ze in het Zweedse Stockholm terecht is gekomen.
"De jeugd, de onschuld – en toen kwam de oorlog. Je stopt niet met leven, maar je stopt met plannen maken."
Beide verhaallijnen zullen elkaar heel de tijd afwisselen. De gebeurtenissen uit het verleden spreken het meest tot de verbeelding. Ze zitten vol emotie, vol liefde maar ook groot verdriet. In haar nieuwe leven is Sandrine vooral getraumatiseerd, ze kan en wil de zorg voor dochter Vera niet op zich nemen en laat het meisje volledig aan de dienstmeid over. De sfeer is koud, heel erg koud. Weinig personages waar je sympathie voor kunt voelen. En Ivan, die heeft zo zijn eigen geheimen.
"Waar moet je je ongerust over maken als het ergste al gebeurd is? Ik heb het niet meer in me, de angst – die heeft me verlaten tijdens de laatste winter in de bergen."
Heel weinig dialogen in dit boek. De onzichtbare bruid moet het vooral hebben van gedetailleerde beschrijvingen. Bij momenten zijn die prachtig en zo filmisch geschreven dat je alles voor je ziet, soms echter ook ietwat langdradig. De auteur probeert de spanning erin te houden door slechts mondjesmaat antwoord te geven op de vele vragen van de lezer. Dat werkt niet altijd even goed, op een bepaald moment wil je het gewoon weten. In de laatste hoofdstukken gebeurt er plots heel veel, een aantal handelingen komt echt uit de lucht gevallen, een groot contrast met de rest van het boek. Wanneer je het uit hebt, is het verhaal duidelijk niet af. Wat nu? Hoe gaat dit verder? Een open einde dat niet iedereen zal weten te bekoren. Heeft de auteur de deur naar een eventueel vervolg laten openstaan?
Anne Swärd (1969) debuteerde als vijftienjarige met een kinderboek, ze zou er meerdere schrijven en ook illustreren. Haar debuutroman Polarsommar verscheen in 2003 en werd genomineerd voor de Augustusprijs, een van de belangrijkste literaire prijzen in Zweden. Ook voor enkele andere boeken zou ze nominaties en zelfs prijzen in de wacht slepen. Sinds maart 2019 zetelt Swärd in de Svenska Akademi, een instituut ter bevordering van de Zweedse taal. Sinds het begin van de 20e eeuw is het de Akademi die beslist wie de Nobelprijs voor de Literatuur krijgt. Voor haar laatste boek De onzichtbare bruid lag de Nederlandse vertaling in handen van Neeltje Wiersma.
Reageer op deze recensie