Wanneer denken gevaarlijk is
De Britse Helen Watt, deskundige op het gebied van de Joodse geschiedenis, staat kort voor haar pensioen en haar gezondheid gaat met rasse schreden achteruit. Wanneer ze in het bezit komt van een aantal 17e-eeuwse geschriften is ze ervan overtuigd goud in handen te hebben. Aaron Levy, Amerikaans promovendus die in Londen verblijft, krijgt de opdracht Helen bij te staan bij het analyseren van de documenten. Deze verhaallijn, die zich in de 21e eeuw afspeelt, wordt afgewisseld met het verhaal van de Joodse Ester Velasquez die in de 17e eeuw leefde. Haar familie, slachtoffer van de jodenvervolging, kwam vanuit Portugal in Amsterdam terecht. Na een brand belandt Ester in Londen, waar ze in huis genomen wordt door de blinde rabbijn HaCoen Mendes. Wanneer ze voor hem gaat werken, ontstaat er na een tijd een gewetensconflict.
De haat tegen de Joden speelt een grote rol in dit boek. Nog belangrijker is de kwestie religie versus rede, een (schijnbare?) tegenstelling die het onderwerp van wel meer boeken is. Regelmatig gaan we de filosofische toer op. Wie of wat is God? Heeft de mens een vrije wil? Kritische vragen stellen over het geloof houdt risico’s in, grote risico’s zelfs wanneer je in de 17e eeuw leeft. De wereld rondom je bestuderen en dingen in twijfel trekken, het is gevaarlijk. Denken is verboden, voor vrouwen al helemaal.
"Een vrouwenlichaam, zei de wereld, was een gevangenis waarin haar geest gedoemd was te verwelken."
Aanvankelijk is het boek vrij afstandelijk geschreven, het duurt lang voor je echt voeling met de personages krijgt. Het helpt natuurlijk niet dat Helen, die in het begin het meest aanwezige personage is, niet bepaald sympathiek overkomt. Halverwege het boek is dat euvel gelukkig verholpen. We komen op dat moment steeds meer te weten over Ester, overduidelijk het hoofdpersonage van het boek, en willen weten hoe haar leven verloopt. De ontwikkeling die zij doormaakt, is opmerkelijk. Van onzeker meisje dat in een vreemd land terechtkomt, ontpopt ze zich tot een sterke vrouw met eigen ideeën en een sterke wil.
Een aanzienlijk deel van het boek bestaat uit briefwisseling. En die leest niet altijd even vlot, het gebezigde taalgebruik – dat uit de 17e eeuw - is archaïsch en stroef en er treedt iets te veel herhaling op. Het eigenlijke verhaal daarentegen is zeer boeiend en in een mooi proza geschreven. Het afwisselen van de twee verhaallijnen werkt ontzettend goed in dit boek, het houdt je scherp en bij de les.
De Amerikaanse Rachel Kadish is niet bepaald een veelschrijfster. In de twintig jaar dat ze als auteur aan de slag is, schreef ze slechts vier romans, daarnaast een heel aantal essays en korte verhalen. Aan Het gewicht van inkt, haar tot nog toe succesvolste boek, zou ze tien jaar gewerkt hebben. Het boek werd in 2017 bekroond met de National Jewish Book Award (de meest prestigieuze Noord-Amerikaanse prijs op het gebied van Joodse literatuur). De vertaling van dit lijvige boek was in handen van Renée Vink en Jan Mellema.
Het gewicht van inkt is historische fictie die door een groot publiek gesmaakt zal worden. En wel door de veelzijdigheid van het boek: naast de historische en religieuze aspecten biedt het een portie romantiek, drama en spanning. Interessante, niet-alledaagse personages doen de rest.
Reageer op deze recensie