Spanning en schrijfstijl zitten goed
De Britse Sarah Pearse studeerde Engels aan de universiteit en was daarna actief in het publicrelationswereldje. Als twintiger woonde ze een tijd in Zwitserland en leerde ze de Alpen kennen, iets wat haar bij haar latere schrijfcarrière goed van pas zou komen. Toen ze een artikel las over de geschiedenis van sanatoria in de streek, had ze de insteek voor haar eerste thriller te pakken. Het sanatorium, naar het Nederlands vertaald door Roelof Posthuma, is het eerste deel in een serie met rechercheur Elin Warner.
De auteur neemt de lezer mee naar de Zwitserse Alpen, meer bepaald naar hotel en kuuroord Le Sommet. Het complex, dat bijna volledig uit glas bestaat, was in de vorige eeuw een sanatorium. De Britse Elin is rechercheur met verlof en samen met haar partner naar de regio afgereisd om de verloving van haar broer Isaac te vieren. De relatie tussen broer en zus staat op een bijzonder laag pitje sinds ze als kind hun broertje Sam verloren. Tijd om de brokken te lijmen is er niet, want meteen de eerste ochtend is Isaacs verloofde spoorloos. Elin vermoedt als enige dat er iets serieus mis is. Wanneer kort daarna een lijk gevonden wordt, slaat de paniek toe. Het hotel is zowat ondergesneeuwd en een lawine heeft alle toegangswegen afgesloten. Elin is de enige die weet hoe ze nu te werk moet gaan. Zal ze de dader weten op te sporen of brengt ze iedereen in gevaar?
De locatie waar Pearse voor gekozen heeft, is schitterend. Het complex ligt zo afgelegen dat het meer dan een gezonde portie moed vraagt om alle haarspeldbochten erheen te trotseren. Hoe idyllisch een berghotel ook kan zijn, wanneer het geteisterd wordt door een dagenlange sneeuwstorm en van de buitenwereld afgesloten is, overheersen al snel angst en ongerustheid. Voeg daar een eerste lijk aan toe en de sfeer is gezet, claustrofobisch en realistisch.
De personages zijn dan weer niet vlekkeloos neergezet. Vooral aan hoofdpersonage Elin schort het een en ander. Hoewel ze op non-actief staat en bang is voor haar eigen schaduw, neemt ze de touwtjes in handen wanneer er zich een moordenaar in hun midden lijkt te bevinden. Ze geeft meer dan eens tegenstrijdige signalen af, zowel naar haar partner als naar de hotelgasten toe. De personages rond Elin zijn, op een uitzondering na, stabieler neergezet. Bij hen overheerst dan weer de vraag of alles is wat het lijkt. Naast broer en zus en hun respectieve partners, is er een grote rol weggelegd voor de twee personen die het hotel leiden en een aantal personeelsleden. Ondanks het vrij grote aantal namen is iedereen zeer herkenbaar neergezet, vaak aan de hand van een paar beschrijvende woorden.
Het sanatorium is heerlijk vlot geschreven, het tempo zit meer dan goed. Spannend is de eerste Pearse eveneens. Verdwijningen, toegetakelde lijken en mysterieuze aanwijzingen zorgen daarvoor. Net als de schrijfwijze die bijzonder goed past bij een thriller als deze: rechttoe rechtaan, waarbij beschrijvingen afgewisseld worden door snelle dialogen. Lange tijd heb je het gevoel een echt sterk boek te lezen. Tot er onder de oppervlakte steeds meer schoonheidsfoutjes blijken te zitten, dingen waar de lezer zich uiteindelijk aan gaat ergeren. Een rechercheur die de hele tijd verzucht dat ze toch zo naïef is geweest, maar keer op keer dezelfde domme beslissingen neemt en beoordelingsfouten maakt. De verdachtmakingen gaan alle kanten op, en er wordt met alle mogelijke motieven gestrooid, tot je er een beetje moedeloos van wordt. Uiteindelijk zakt het verhaal als een pudding in elkaar, de geloofwaardigheid is dan al lang niet meer wat die behoort te zijn.
Qua spanning en schrijfstijl zit het goed bij Het sanatorium. De personages en de plot weten minder te overtuigen. Toch lijkt Pearse het nodige talent in huis te hebben en mag ze met de opvolger, die in 2022 verschijnt, in de herkansing.
Reageer op deze recensie