Persoonlijke zoektocht in mooi proza
Ewa Maria Wagner (1964) is afkomstig uit Polen, woonde en werkte een tijd in Duitsland en kwam uiteindelijk in 1991 in Nederland terecht. Ze is afgestudeerd aan het conservatorium in Katowice en werkte vier jaar lang als orkestmusicus bij het Poolse Radio en Televisie Orkest. Op dit moment is ze altvioliste bij het Radio Filharmonisch Orkest in Hilversum. Daarnaast schrijft ze artikelen en interviews voor onder andere SOMTimes en KlassiekMagazine. In 2016 studeerde ze af aan de Schrijversvakschool in Amsterdam. Het Tristan-akkoord is haar debuutroman.
Heel snel wordt duidelijk dat het leven van de auteur veel overeenkomsten vertoont met dat van Ev, het hoofdpersonage in haar boek. In het nawoord wordt echter benadrukt dat alle personages verzonnen zijn, dat enkel Wagners vader model stond voor het verhaal van Evs vader. Hoe het ook zij, Eveline (zoals Ev voluit heet) is altvioliste en staat kort voor haar vijftigste verjaardag. Ze heeft net te horen gekregen dat ze misschien ontslagen wordt uit het orkest waar ze al tientallen jaren speelt. Plots wordt ze geconfronteerd met de vraag wat ze zou doen als de muziek niet langer het grootste deel van haar leven zou uitmaken. In hoeverre heeft ze zelf de belangrijke beslissingen in haar leven genomen? Heeft ze naast muziek misschien een nog wel grotere passie?
‘Aan de muziek gaf ik mijn ziel, met verhalen laadde ik me op.’
Het Tristan-akkoord vertelt over Evs zoektocht naar zichzelf en haar motieven. Het verhaal brengt ons naar haar jeugd in communistisch Polen, met name naar haar vader, met wie ze nooit een hechte, liefdevolle relatie wist op te bouwen. De man heeft Duitse wortels en groeide op tijdens WOII, maar is vooral een groot mysterie voor Ev. Terwijl ze antwoorden probeert te vinden, wordt steeds duidelijker dat ze ook met zichzelf worstelt. Omringd door zovele talen is ze op zoek naar haar eigen identiteit. Waarom heeft ze voor de muziek gekozen? Waarom is ze zo bang voor verandering?
‘Al meer dan veertig jaar leef ik in de klankwereld, maar heel diep in mijn hart weet ik dat ik meer van de verhalen dan van de muziek hou. Ik zou het nooit aan iemand toegeven. Muziek biedt me zekerheid. En toch, niets is gevaarlijker dan zekerheid als je verder wilt komen in het leven. De magie ontstaat nooit in je comfortzone. Niet in de kunst en niet in het leven zelf. Je moet risico’s durven nemen.’
Het boek is opgebouwd uit een twintigtal hoofdstukken, die afgewisseld worden door brieven van Ev aan haar vader. De titel verwijst naar het Tristan-akkoord, het in muziekkringen zeer bekende begin van de opera Tristan en Isolde. Boek en opera kennen een gelijkaardig verloop: beide creëren bij het begin een bepaalde spanning; in de opera wordt die in de laatste akte opgelost, in het boek scheppen de laatste – en veruit mooiste – hoofdstukken duidelijkheid.
In dit boek is niet alleen plaats voor muziek, ook literatuur speelt een aanzienlijke rol. Zo durft Ev zich de vraag te stellen of ze stiekem meer om taal en woorden geeft dan om muziek. Er zijn ook enkele subtielere verwijzingen naar literatuur, zo heet Evs kat Fjodor (naar de Russische auteur Dostojevski). Het hele boek ademt muziek en daar moet je in mee willen gaan. Er wordt bijvoorbeeld uitgebreid ingegaan op het verloop van repetities. Ook worden er heel wat muziektermen gebruikt; daar kun je je aan ergeren of je vindt het een verrijking.
Het Tristan-akkoord is een geslaagde debuutroman in een mooi proza. Een boek doordrenkt van muziek, waar echter ook ruimte is voor taal. Een boek dat oproept om vooral je passie te volgen.
Reageer op deze recensie