Guillou behoudt zijn krachtige greep op twintigste eeuw
Hij is een heel populaire schrijver in zijn thuisland Zweden. Jan Guillou (1944) werkt nog steeds heel ijverig verder aan zijn erg hoog gegrepen reeks 'De grote eeuw'. Aanvankelijk werd die aangekondigd onder de noemer ‘drie broers, twee oorlogen, één eeuw’. Bart Kraamer houdt het toch maar mooi vol; met 1968 zorgt hij voor de zevende keer op een rij voor een mooie vertaling van een deel uit de serie.
“Ze hadden Robert Kennedy ook doodgeschoten, slechts een paar maanden na Martin Luther King. Dus de wereld was absoluut gek. Deze keer was de Secret Service erin geslaagd de moordenaar te pakken, een krankzinnige Arabier, zo leek het. Want wat hadden de Arabieren erbij te winnen dat er nu een Republikein kwam, een conservatieve bovendien, die in de herfst tot president gekozen zou worden? Richard Nixon als president betekende ongetwijfeld dat de oorlog in Vietnam werd voortgezet en dat er nog meer steun kwam voor Israëls bezettingspolitiek.”
Een mythisch jaartal uit de vorige eeuw mag je 1968 zeer zeker noemen. Het jaar van de woelige studentenprotesten in Europa; de Vietnamoorlog met het Tet-offensief laait fel op. De Vietcong valt - totaal onverwacht - de Amerikanen aan. De wraakacties van Uncle Sam zullen zoet smaken! In hetzelfde jaar vindt de Praagse Lente plaats, waarbij de Sovjets de toenmalige hoofdstad van Tsjecho-Slowakije binnenvallen. Zelf heeft Jan Guillou deze turbulente periode heel intensief beleefd. Hij concentreert zich eerst en vooral op de minder wereldschokkende gebeurtenissen in Zweden, die daarom niet inferieur zijn.
De protagonist heet dit keer Eric Letang, een afstammeling van de familie Lauritzen die centraal staat in de serie. Hij gaat na zijn rechtenstudie aan de slag bij een berucht advocatenbureau. Kan hij zijn politieke overtuigingen probleemloos koppelen aan zijn baan? Ook met de familie gaat hij stevig in de clinch. Eric moet strijden tegen de oudere Lauritzen-generatie, die zijn visie over revolutie helemaal niet met hem deelt.
Guillou heeft deze periode overduidelijk stevig onder de knie; dit gegeven wordt dan nog eens extra verstevigd door zijn grondige speurwerk. Zonder de oogkleppen op te hebben, haalt hij allerlei vormen van onrecht boven water. Ook krijgt het socialisme een menselijk gezicht; dit wordt heel kundig weergegeven. Wellicht heeft Eric Letang veel weg van zijn literaire schepper…
1968 kun je probleemloos lezen als een losstaande roman; geen enkele voorafgaande kennis van de vorige delen is vereist. Een van zijn meest opgemerkte kwaliteiten als auteur is de bevlogenheid waarmee de auteur vertelt. Je hangt als lezer werkelijk aan zijn lippen. Enige vorm van humor of ironie is hem niet vreemd; telkens weer goed voor een verdiende adempauze. Een halve eeuw na het mythische jaar kleurt het verleden weer wat meer rood…
Met dit zevende - en zeker niet laatste - deel van De grote eeuw behoudt hij zijn krachtige greep op het twintigste centennium. Aan de hand van echte gebeurtenissen en de weergave van de atmosfeer uit die periode, zet hij een impressionant verhaal neer. In het boek maakt hij een attractieve mix klaar van een stevige brok historie, fictie en autobiografische elementen.
Reageer op deze recensie