Agressie, afschuw, emoties in dichtgetimmerd verhaal
Lena en de kinderen Hannah en Jonathan leven opgesloten in een hut, ergens diep verscholen in het woud. Volledig geïsoleerd van de buitenwereld, vullen ze hun dagen met het in acht nemen van uitermate strenge regels. Alles wat ze doen moet minutieus aangehouden worden. De drie moeten zich houden aan een exact tijdstip om te eten, te gaan slapen; zelfs het toiletbezoek staat onder scherpe controle. De vader des huizes waakt liefdevol (?) over zijn gezin; dag en nacht. Wanneer de moeder en de twee kinderen ontsnappen, belanden ze in een nieuwe nachtmerrie. Maar wie is toch die vader, die duivelse dader?
“Zijn hand schoot naar voren, sloot zich om mijn mond en kneep mijn wangen samen. Zijn pupillen glinsterden, zijn kaken maalden – een roofdier, een jager, een monster.”
Dag en nacht, bijzonder knap vertaald door Jan Smit, is het thrillerdebuut van de Duitse Romy Hausmann (1981). Meteen profileert ze zich hiermee als een voortaan te volgen auteur. Ze zet een beangstigend scenario neer, waarbij ze constant de touwtjes in handen heeft. Vanaf het eerste hoofdstuk weet Hausmann haar lezers netjes doch dwingend te strikken. Een eerste kennismaking met de jonge Hannah volstaat reeds om gefascineerd verder te blijven lezen.
De korte passages volgen elkaar in een razendsnel tempo op. De herhaaldelijke perspectiefwisselingen – waarin de protagonisten worden uitgediept - vereisen je aandacht. Het is merkwaardig dat de auteur probleemloos in de hersenpan van Hannah kruipt. Het gebruik van kindertaal is hier dus ook op zijn plaats. Op die manier treedt de lezer heel eenvoudig binnen in de leef- en denkwereld van het meisje. Ook de andere hoofdpersonages staan, keurig op hun beurt, in het middelpunt van de belangstelling. Toch geven die geenszins zonder slag of stoot al hun geheimen prijs. De delinquent daarentegen, die blijft veilig onder de radar. Tot aan het eind, uiteraard.
Het verhaal komt initieel over als een eerder doorsnee plot. Tijdens het lezen evolueert het echter naar een onvoorspelbare apotheose. Eerst krijg je nog onverwachte wendingen en een aantal fameuze cliffhangers voorgeschoteld. De betekenis van het woord ‘splatsj’ spreekt voor zich (spoileralarm, daarom geen verklaring); het is eveneens kenmerkend voor de inhoud van het boek.
“Het kunnen maar een paar seconden zijn, maar ze lijken eindeloos te duren, terwijl het achter mijn voorhoofd begint te broeien. De hitte dringt door mijn poriën naar buiten en legt een vochtig, warm waas over mijn gezicht. Het angstzweet breekt me uit.”
Romy Hausmann hanteert een toegankelijke schrijfstijl, gebruikt geen ingewikkelde taal. De werkelijke sterkte van dit debuut zit hem in de psychologische karakterisering, alsook in de oplopende spanning. Geen langdradig geleuter; deze schrijfster gaat recht op de man of de vrouw af. Agressie, afschuw, oplaaiende emoties en hartzeer in een dichtgetimmerd verhaal.
Reageer op deze recensie