Technothriller met sciencefiction inslag
Met De Andromeda crisis heeft de Amerikaanse succesauteur Michael Crichton (1942-2008) een stevige aanzet gegeven, ruim een halve eeuw geleden. Het is nu – totaal onverwacht – aan Daniel H. Wilson (1978) om met De Andromeda evolutie als vervolgdeel, het werk van Crichton af te ronden. Een mooi eerbetoon, geschreven in de geest van de overleden schrijver. De thriller kan eveneens zonder enige voorkennis als een losstaand verhaal worden gelezen. Lia Belt heeft meer dan de handen vol gehad met het neerzetten van de vertaling.
Diep verscholen in de Braziliaanse jungle ontdekt een speciale drone een lugubere materie, een ‘anomalie’. Het is een buitenaardse en levensbedreigende microbe die zelfs groeit en muteert. Wildfire, een wetenschappelijk team, gaat op zoek naar de Andromeda-stam die koste wat het kost moet worden gestopt. De geheime expeditie krijgt de hulp van een vijfde wetenschapper, vanuit het ISS, ginds hoog in de ruimte. Het aardse leven loopt groot gevaar.
‘Vanaf het allereerste begin begreep ze dat slechts één soort dreiging de kosten die hier werden gemaakt kon rechtvaardigen: het moest een mondiale crisis zijn met gevaar voor alle leven. Een echt wereldbeëindigend scenario.’
Behoedzaam probeert Wilson in de voetsporen te treden van zijn inspirator Crichton. De eerste hoofdstukken vormen een regelrechte bedreiging voor de lezer, die zich als een gijzelaar getriggerd voelt om snel verder te gaan. Na een subliem begin krijg je een gigantische lading technische begrippen, geleerde terminologie en hypotheses over je hoofd uitgestort. Dit alles is te gecompliceerd voor niet-ingewijden en het remt de vaart flink af. Het kan de pret echter niet drukken; het boek blijft boeien, met dank aan de denderende plot en de eindeloze verbeeldingskracht van de auteur. Essentiële thrillercomponenten zoals spanning en verrassende wendingen ziet hij niet over het hoofd.
Een van de hoofdrollen is weggelegd voor James Stone, roboticus en expert in kunstmatige intelligentie. Ook de leider van het veldteam, Nidhi Vedala, bijt knap van zich af. De derde protagonist verblijft in een ruimtestation; Sophie Kline is gespecialiseerd in nanorobotica en -biologie. Zij monitort het veldteam in de Braziliaanse wildernis. Het is zo jammer dat de personages eerder neergezet zijn als stereotypes, zonder grondige uitdieping. Je krijgt slechts een minimum aan informatie mee.
‘Het stijgende wantrouwen tussen Peng Wu en de rest van het team was zojuist uitgegroeid tot volledige paranoia. Peng had moeilijke besluiten te nemen in die paar resterende seconden alleen. Het was niet duidelijk wie van haar collega’s haar vertrouwen had gewonnen, als dat al zo was.’
De mysterieuze onderneming verloopt niet zoals gewenst; een pluspunt is dat zeker wel. De anomalie laat nooit met zich sollen. De alwetende verteller Daniel H. Wilson verwijst frequent naar het verdere verloop, zodat je je begint af te vragen: hoeft dit echt? Pas in een laat stadium geeft hij wetenswaardige info vrij over enkele belangrijke personages. Uiteindelijk culmineert De Andromeda evolutie in een ijzige apotheose, gevolgd door een voorspelbaar slot. De conclusie klinkt wellicht iets te hard, maar Wilson is (voorlopig nog) geen Crichton. Kan sciencefiction rijpen naar wetenschap? Een technothriller met sciencefiction inslag.
Reageer op deze recensie