Verjongend, fris en eigentijds debuut
Hij studeerde sociologie, politieke wetenschappen en journalistiek. Christophe Bell (1989) woont en werkt in Antwerpen, is deeltijds barman en tevens aan de slag als journalist. Jaren geleden geraakte hij zwaargewond in een ernstig ongeval, waarbij hij zijn goede vriend Mattias verloor. Dit verlies was de (onbewuste?) aanleiding voor zijn debuutroman De Brulaap, de totemnaam (de dierennaam die je bij de scouting/scouts in België krijgt) van zijn overleden scoutsmaatje. Het boek staat op de longlist van De Bronzen Uil, de prijs voor het beste Nederlandstalige literaire debuut van het afgelopen jaar.
Het hoofdpersonage en tevens verteller in deze roman heeft luipaard (de auteur?) als totemnaam. Ze voelden zich onkreukbaar, toen. De een komt echter te overlijden, de ander moet verder met zijn nog jonge leven. Wat voelt hij die achterblijft na de dood van zijn vriend? Hij keert vaak terug in de tijd om daarginds dan weer weg te glippen en over te stappen naar het heden.
De Brulaap is geen chronologisch verhaal. Deze roman bestaat eerder uit een bonte mix van fragmenten die uitmonden in gevoelens van verlatenheid. Vooral de emoties en mijmeringen krijgen flink wat aandacht, niet de gebeurtenissen zelf. Een duistere en toch wel moeilijke roman, bijzonder mooi en neergeschreven op een originele manier. Je wordt deelgenoot van de geestelijke confusie van de verteller na het overlijden van de Brulaap. Mijmerend poëtisch zoals in een pakkend dichtstuk, zo laat Bell zijn stem horen. Verjongend, fris en eigentijds.
Leeft de Brulaap verder na zijn dood? Een labyrintisch verhaal met bespiegelingen van een gepijnigde geest. Een korte roman vol lyriek en proza. Hoe gelukkige en onschuldige jeugdjaren kunnen overgaan in een periode van isolement en verdriet.
"Ik vraag me soms af – hoe komt dit? – hoe bestaat een vader wiens zoon zelfmoord pleegt? Toont hij niets, regelt de dingen die geregeld dienen? Of is hij een losgeslagen schip, op en neer deinend, zwalpend, onmachtig tegen hoogste golven, alleman reeds overboord? Hoe vergaat het een moeder anders dan enkel de leegte die haar omarmt, zij hoeft toch niet sterk te zijn, niets weg te duwen?"
Twintig korte hoofdstukjes voor een totaal van slechts 141 pagina’s: hoe een kleine roman groot van inhoud zijn kan. De Brulaap is één langgerekte alleenspraak, gericht aan een psychiater. De verteller doet zijn uiterste best om zijn jeugdsentimenten en zielenroerselen te uiten. Toch wil hij vooral zijn leuke en aangename tijd bij de padvinders beschrijven. Nu, op zijn zevenentwintigste voelt hij zich een oude man… terwijl hij nog maar nauwelijks heeft geleefd!
Een debuutroman, waarin de mijmeringen vooral teruggaan naar het trauma, het verlies en weemoed van het hoofdpersonage. Hij (de auteur?) stelt zich uitermate kwetsbaar op, ondanks dat dit boek volgens hem wel degelijk fictie is. Spitsvondig neergeschreven!
Reageer op deze recensie