Fascinerend verhaal valt bovenop verhit lezershoofd
De drager is zijn vierde roman; het verhaal van een felle strijd tussen de mens en de natuur. Het is eveneens een zinnebeeldig duel tussen twee kameraden, een tweegevecht dat echter eindigt in een onontkoombare en afgrijselijke ontknoping.
Geboren en getogen in West-Vlaanderen, maar toch wijkt Jan Vantoortelboom (1975) later uit naar Zeeland. Op zijn zestiende verliest hij zijn moeder, ze wordt het slachtoffer van een gemene vorm van maagkanker. Ook haar broer overlijdt aan dezelfde vreselijke ziekte. De dood van zijn moeder is uiteindelijk de ultieme aanzet tot zijn schrijverschap. Hij schrijft als een tegenreactie om zijn onrust en angsten te bedwingen. Een typisch kenmerk van zijn werk keert ook dit keer weer, uiteraard: de beschrijving van autobiografische emoties. Hij wordt 42 dit jaar, precies even oud als zijn moeder is geworden. Je begrijpt dat Vantoortelboom zich afvraagt of hij genetisch belast is, of zijn kinderen drager zijn. De roman draagt hij op aan zijn zesjarige tweeling Remi en Silas. Familie staat bij de auteur hoog in het vaandel.
Als buurjongens zijn Nicolas en Bruno hechte jeugdvrienden; het lijkt zelfs alsof ze twee broers zijn. Als volwassenen houden ze actief contact, toch vervreemden ze steeds meer van elkaar. Intussen woont en werkt Bruno immers in Slowakije; hij is een gedreven bioloog, gehuwd en vader van zijn twaalfjarige zoon Miko. De jongen lijdt aan een erfelijke ziekte, hij heeft een ernstig beschadigd DNA. Nicolas is een computertechneut en reist door Europa om in hotels software te checken en - indien nodig – opnieuw te installeren. Hij is tevens Miko’s peetoom. Na een bijzondere IT-opdracht in Wenen combineert hij zijn dienstreis met een ontmoeting met zijn vriend Bruno. Het wordt een pregnante reünie, ginds in Bratislava.
“Zelf heb ik mijn vader nooit gemist toen hij weg was. Hij stelde voordien ook al niet veel voor. Ik erken dat ik daardoor geworden ben wie ik ben: een wilskrachtige vent met een visie, met een doel.”
Bruno’s overtuiging staat haaks op die van zijn vriend Nicolas, die eerder aarzelend is ingesteld. Deze laatste is dan wel op de hoogte van de wetten van de natuur, hij vermoedt echter niet hoe groot de implicaties zullen zijn… Tijdens het lezen voel je een onbestemd onheil naderen; je vraagt jezelf af, welke fataliteit er dan wel gaat volgen. Je blijft echter gebiologeerd verder lezen.
De roman bestaat uit korte, afgemeten en gestileerde hoofdstukken. Het verhaal is opgebouwd vanuit een solide constructie. De auteur hanteert een nuchtere en zuivere schrijftaal; hij zet snedige zinnen neer. Tevens weet hij op intelligente wijze verschillende onderwerpen te interpreteren zoals het ouderschap, overheersing, de natuurwetten, verlatenheid, de onvolmaakte mens en ja, ook de dood. Handig injecteert hij heel wat spanningsmomenten zodat de vaart constant aangehouden wordt.
De drager is een knap verteld en fascinerend verhaal dat bovenop een verhit lezershoofd valt.
Reageer op deze recensie