Avonturenroman met thriller allures
Mei 1987. Hij is pas achttien, de Duitse amateurpiloot Mathias Rust. Hij zet een huzarenstukje neer, met een gecharterd sportvliegtuigje – een Cessna 172 – vliegt hij vanuit Duitsland via een aantal tussenstops naar Moskou. De solovlucht van de jonge vredesapostel eindigt veilig en wel vlakbij het Rode Plein; meer dan een huzarenstukje. Niet alleen zijn thuisland maar ook de hele wereld is in rep en roer. Hoe is dit mogelijk, in het zwaar beveiligde luchtruim van de toenmalige Sovjet-Unie? Totaal onverwacht, maar bijzonder geslaagde stunt.
“In een oogwenk overzag ik de hele vlucht: de tussenstops, de laatste en langste etappe, de landing in het centrum van Moskou. Dat was het: mijn Vredesmissie. Mijn luchtbrug tussen Oost en West, mijn dramatische entree op het wereldtoneel, de best denkbare reclame voor mijn Blijde Boodschap.”
Voor Johan Faber (1970) zijn deze historische feiten het vertrekpunt voor het schrijven van zijn roman De eenzame piloot. Op het eerste gezicht een avonturenroman, verteld vanuit het oogpunt van Markus, de piloot. Jaren later ontmoet hij in Hamburg Faber (!), een Nederlandse onderzoeker. De stad wordt geteisterd door aanslagen; de confrontatie tussen de twee hoofdpersonages kan van start gaan.
Zelf had Johan Faber een persoonlijke ontmoeting met Mathias Rust, jaren geleden in Hamburg. Tevens heeft de schrijver knap opzoekingswerk verricht; hij heeft zich eveneens vooraf uitgebreid laten informeren over het vliegen met een Cessna 172. De eenzame piloot is veel meer dan een avonturenroman. Het verhaal evolueert al snel naar een psychologisch geladen krachtmeting tussen de twee heren, waarbij de spanningen hoog oplopen. De auteur verweeft kundig feiten met fictie; hij laat de piloot terugblikken op zijn verleden en jeugdjaren. De dreiging tussen de protagonisten culmineert, met een onheilspellende apotheose… De jonge Markus van de jaren tachtig waagt zijn leven voor de wereldvrede. Was zijn motivatie toen wel helemaal zuiver op de graat? Is er ergens een link tussen de huidige sfeer van terreur en de ‘vredesapostel’ Markus?
Johan Faber schrijft met een krachtige pen waaruit bekoorlijke zinnen vloeien. Hij heeft een bijzondere zin voor humor; tijdens het lezen ontsnapt er meermaals een glimlach.
“Zijn reddeloze toestand van nog geen kwartier geleden is omgeslagen in zuigend medeleven.”
Langzamerhand evolueert het verhaal van een roman naar een behoorlijke thriller. De karakters van Markus en Faber (zonder roepnaam, of is die dan toch Faber?) worden raak getypeerd. Vooral zijn inwendige monologen schetsen wie Markus echt is; ze tonen helder aan welke metamorfose hij heeft ondergaan sinds zijn krachttoer van 1987. Van een (n)iemand tot een rasechte cultheld en dan weer terug, naar af. Moskou hoeft niet echt meer…
Reageer op deze recensie