Liefdesrelaties overvleugelen andere pittige thema's
In de nasleep van de Tweede Wereldoorlog maakt Ian Graham, een Britse journalist en oorlogscorrespondent, fanatiek jacht op een gevaarlijke vrouwelijke nazi. De misdadige dame staat bekend als die Jägerin, de jaagster. Ian staat voor een bijna onuitvoerbare opdracht, tot de Russische pilote Nina Markova zich profileert als de reddende engel.
In Amerika ontmoet de zeventienjarige Jordan de nieuwe liefde van haar vader. Deze vrouw heet Anneliese Weber; ze praat - met een licht Duits accent - graag over alles. Over haar eigen verleden wil ze echter in geen geval iets prijsgeven.
‘Ze waren een half decennium en een halve wereld verder, maar de jacht duurde voort. Alleen: wie was nu de jaagster en wie de prooi?’
De Amerikaanse Kate Quinn (1981) heeft een goede neus voor het schrijven van historische fictie. Met Het Alice-netwerk, een van haar eerdere romans, verovert ze de harten van vele lezers. Voortaan moet De jaagster, vertaald uit het Engels door Erica Disco, zorgen voor een volgend kassucces in binnen- en buitenland.
Vanuit drie steeds wisselende perspectieven, alsook met sprongen in de tijd, vertelt de schrijfster een an sich intrigerend verhaal. De lezer mist helemaal niets van het spektakel, waarbij de hoofdrolspelers Jordan, Ian en Nina de gidsen zijn. Vooral de invalshoek met Nina is bijzonder boeiend. De stoere pilote overvleugelt echter wel de andere protagonisten.
Dit is geromantiseerde fictie, denk je wellicht tijdens het lezen. Terecht, maar de achtergrond van het boek is evenwel gebaseerd op historische feiten.
‘Ergens vooraan riep Yelena: ‘Te langzaam, konijnen! De Rusalka mag als eerste!’ Een paar tellen later pakte Nina de vleugel beet en vloog de cockpit in. En een voor een gingen de nachtheksen de lucht in.’
De ‘Nachtheksen’ hebben werkelijk bestaan. Oorspronkelijk is het een scheldnaam, afkomstig van het Duitse leger. Deze benaming slaat op een vrouwenregiment (van de luchtmacht van de toenmalige Sovjet-Unie) dat tijdens de Tweede Wereldoorlog ’s nachts bombardementen op vijandelijke doelen uitvoert. De betreffende damespiloten hebben die titel in dank aanvaard en zelfs overgenomen.
In De jaagster ligt de focus te vaak op de liefdesrelaties, waardoor andere pittige thema’s zoals de oorlog, misbruik en posttraumatische stress-stoornis minder aandacht krijgen. Ruim vijfhonderd pagina’s heeft Kate Quinn nodig, vooraleer aan het eind een uitvoerige noot van de auteur weer te geven. De roman is blijkbaar ontsnapt aan een uiterst strenge schrappingsronde door een scherpzinnige eindredacteur. Een minder omvangrijk volume, dat tegelijk wat extra vaart en meer mysterie geïnjecteerd krijgt, zou het verhaal veel beter uit de verf laten komen.
De auteur verdient alleszins woorden van lof voor haar dynamische opzoekingswerk. Ze hanteert een heel eenvoudige en aldus erg toegankelijke stijl en taal. Na de veelbelovende proloog maakt Quinn het echter niet voor de volle honderd procent waar.
Reageer op deze recensie