Wielrennerij en literatuur fietsen broederlijk naast elkaar
Een nostalgische maar wel erg merkwaardige terugblik op de Tour de France van 1928, waarbij je als lezer mee in het zadel kruipt van een jonge Nieuw-Zeelandse wielrenner. Je krijgt de kans om te racen in het peloton, maar niet zonder een waarschuwing: dit wordt een helletocht, een lijdensweg van 5476 kilometer. Je beleeft niet alleen de hel van deze wereldberoemde etappewedstrijd, je belandt tevens in een – gedrogeerde - flashback over de verschrikkingen en chaos van de Eerste Wereldoorlog. Toch wel een bijzondere en originele combinatie.
Hij werkte in het filmarchief van Nieuw-Zeeland toen hij in het zog belandde van een excentrieke wielerploeg uit 1928. David Coventry (1969) trok zijn stoute wielerschoenen aan en schreef zijn debuutroman De onzichtbare mijl, op basis van een waargebeurd verhaal. Coventry woont in de Nieuw-Zeelandse hoofdstad Wellington.
Een van de zwaarste en meest heroïsche rittenkoersen ooit: de Tour de France van 1928. In die editie reed voor de allereerste keer een team van vijf Engelssprekende wielrenners mee, afkomstig uit Australië en Nieuw-Zeeland. De lezer volgt een naamloze Nieuw-Zeelandse coureur die de belevenissen en ervaringen van zijn Tourdebuut vertelt. Als de renners het noorden van Frankrijk naderen, herbeleeft de renner-verteller -in een gelukzalige roes van opium en cocaïne- de gruwelen van de Eerste Wereldoorlog die zijn familie heeft ondergaan.
“Weer een brug en een wedstrijdcommissaris wijst een paar zijstraten verderop naar rechts. Ik race weer, in volle vaart de tegenwind in. Alcyon zet druk. De onzichtbare mijl, de verandering terwijl de afstand zenuwen, pezen en bloed wordt. Pijn wordt een mantra, een vingerwijzing die door je lichaam stroomt. Frantz trapt in een merkwaardig hoger tempo. Daar is het kleine stadion; daar roepen stemmen en flikkeren om ons heen. We stormen het bouwwerk binnen en de baan op.”
Wielrennen is pijn, afzien bij de beesten, oorlog, heldendom, winnen en verliezen… en soms ook even genieten. Dit laatste is zeker het geval als je dit boek leest. Geniet van de snelheid tijdens de afdalingen, onderga de pijn, ervaar het gevecht in de bergen. Deze roman is gebaseerd op waargebeurde feiten, zelfs de namen van de Engelstalige renners worden inderdaad correct weergegeven. Het verhaal zelf is uiteraard geromantiseerd. De onzichtbare mijl wordt neergezet in fraai geconstrueerde zinnen, in een bijna constant lyrische stijl. Een melancholische reis terug in de tijd, toen heroïek in de sport nog iets magisch was. Dit boek is echter veel meer dan een roman over de Tour. Andere thema’s zoals de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog, liefde en verlies, echte kameraadschap komen uitgebreid aan bod. Het hoofdpersonage bereikt uiteindelijk zijn onzichtbare mijl, als zijn herinneringen tijdens de finale in botsing komen met het echte verleden.
De onzichtbare mijl: waar wielrennerij en literatuur broederlijk naast elkaar fietsen! Het wordt uitkijken naar de volgende etappe: het tweede boek van David Coventry.
Reageer op deze recensie