Transgender avant la lettre als seriepersonage
Met Leo Stanhope kiest de Britse thrillerdebutant Alex Reeve beslist niet voor een alledaagse protagonist. Leo is immers een transgender uit het victoriaanse Londen van 1880. Meer zelfs, de auteur zet dit hoofdpersonage in als middelpunt van een nieuwe thrillerserie.
‘Ik was wat ik was, een jongen die de naam Lottie had gekregen en nu Leo was, en die, of hij het leuk vond of niet, verplichtingen had. Ik had van Maria gehouden en was het aan haar verplicht te achterhalen wie haar had vermoord.’
De hierboven geplaatste passage kan zelfs de korte samenvatting zijn van De schaker en het meisje. Leo droomt ervan ooit met zijn grote liefde Maria samen te mogen wonen in een eigen huis. Hij is assistent-lijkschouwer, zij is prostituee. Wanneer Maria vermoord wordt, is hij de hoofdverdachte. Om zijn vrijheid te rechtvaardigen, moet en zal hij de dader vinden. Leo’s speurtocht is niet zonder gevaren; zijn werkelijke fysische identiteit mag immers onder geen beding tevoorschijn komen. Dat kan hem levenslange opsluiting kosten; of misschien zijn vroegtijdige dood betekenen. Laat Leo alsnog zijn diepste geheim los op de buitenwereld?
De schaker en het meisje is een ‘wie heeft het gedaan’ verwerkt in een misdaadroman. De eersteling is niet echt een thriller, omdat het boek een enorm traag verloop krijgt waarbij de spanning zelden oplaait. Toch heeft de schrijver het intelligente concept zorgvuldig uitgedokterd en uitgewerkt. Ook het tijdsbeeld van toen - eind negentiende eeuw - geeft hij krachtig en geloofwaardig weer. Leo Stanhope is een vrouw die zich presenteert en gedraagt als man; het klinkt intrigerend. Soms is het fascinerend, dan weer angstaanjagend, hartverwarmend, meelijwekkend. Een geslaagde zet van Alex Reeve. Knap hoe Leo wordt getypeerd als een transgender avant la lettre; iemand die moet vechten tegen de vijandig gezinde maatschappij.
‘Op donderdagavond ging ik naar mijn schaakclub. Dit was het enige mannenleven dat ik had. Ik had me uit de verfijning van het meisjesbestaan gewurmd om de ruwe mannenwereld te omhelzen, maar was erachter gekomen dat die nog steeds buiten mijn bereik lag.’
Noor Koch gaat verder op het elan van Reeve en zet een heel toegankelijke vertaling neer. De glasheldere taal verhoogt de leessnelheid. De ik-verteller (Leo) informeert de lezer over de gebeurtenissen; het resultaat hiervan is evenwel dat het misdaadverhaal ontaardt in een eerder zuinig relaas van de feiten.
Zo jammer dat het conventionele moordmysterie niet helemaal overtuigt. De klemtoon ligt wellicht te veel op de personages – die wel allemaal iets te verbergen hebben - en niet op de plot. Hopen maar dat The Anarchists' Club - de originele titel van het tweede deel - zorgt voor een pistoolschot, regelrecht in de roos.
Reageer op deze recensie