Lotgevallen van een ‘ambetanterik’ pur sang
De Vlaamse auteur - hoe kan het ook anders met zo’n familienaam - Erik Vlaminck (1954), stelt zijn nieuwe roman voor in een wel heel unieke en tevens treffende setting. Een ziekenkamer in het AZ Vesalius in Tongeren is de plaats van het feestelijke gebeuren. Samen met een beroepsacteur speelt hij passages uit zijn boek na. Een knallende start van Een berg mens onder witte lakens heeft Vlaminck zeker niet gemist!
Hij is een berg mens onder witte lakens, inderdaad. Een corpulente man die, vanuit zijn bed - kamer 226 - in het hospitaal, spontaan vertelt over zijn dramatische leven. De schrijver die als medepatiënt de kamer met hem deelt, om kosten te besparen, is een gedwongen luisterend oor. Jammer voor deze laatste; zijn kamergenoot kan immers niet zwijgen.
“’Als transporteur heb ik af en toe ook wel vuil werk moeten doen: beestenstront of kadaverbloed opkuisen, maar ik heb nooit mijn vinger in het gat van een wildvreemde mens moeten steken om naar een prostaat te zoeken. Ik mag er niet aan denken…’”
Een berg mens onder witte lakens, wat een titel (!), is een roman die regelrecht uit het leven gegrepen is. Erik Vlaminck vindt zijn inspiratie in de dagelijkse, gewone dingen en feiten. Zijn vertellingen haalt hij uit werkelijk gebeurde verhalen en situaties. Voor iedereen erg herkenbaar.
Het hoofdpersonage bij uitstek, de praatzieke vrachtwagenchauffeur, ratelt onophoudelijk verder. Ja, hij heeft een naam ook: André Nachtegael. Zelfs als het heel privé wordt, spreekt hij de dingen uit zoals ze in werkelijkheid zijn. Zonder scrupules, waarbij de zieke toehoorder een gewillig slachtoffer is. Constant hoort hij zaken die hij helemaal niet wil horen.
“Er valt niet te spreken met een vent die ’s ochtends, voor hij met zijn vrachtwagen vertrekt, nukkig aan tafel zit, en die pas laat in de avond, altijd bezopen, thuiskomt. Er valt niet te spreken met een vent die alleen maar zegt dat alles en iedereen vierkant zijn kloten kan kussen.”
Een berg mens onder witte lakens is overduidelijk een onvervalste Vlaminck-roman. Geschreven in een gepeperd en ongecensureerd Vlaams. Een vermakelijk maar wel bijzonder raak boek, voorzien van een flinke dosis koddige humor. Geestigheid die vaak echter donker ingekleurd is. De permanente bitterheid van de protagonist zorgt voor het gezonde evenwicht.
Een opvallend toegankelijk en volks verhaal, waarin zowel het heden als het verleden naadloos in elkaar vloeien. Verwacht vooral geen hoge snelheid; het duurt zelfs een hele tijd vooraleer het echt helemaal te gek wordt. De lotgevallen van een ‘ambetanterik’ (lastpost) pur sang.
Reageer op deze recensie