Lawine van nostalgische woorden
Er stroomt een rivier doorheen is het literaire debuut van de Amerikaanse auteur Norman Maclean (1902-1990). Het gebeurt in 1976; hij is dan vierenzeventig jaar. Beter laat dan nooit, het verhaal behoort immers tot de canon van het Amerikaanse Westen. De bundel bevat drie losse delen: de gelijknamige titelnovelle, gevolgd door het kortverhaal ‘Houthakken, pooieren en ‘Je makker, Jim’’. Eindigen doet Maclean met de vertelling ‘USFS 1919 – De boswachter, de kok en een gat in de lucht’. Terug in de tijd, naar het Montana van de eerste helft van de twintigste eeuw.
In het eerste deel schetst Norman – de ik-verteller - het portret van zijn vader die een Presbyteriaanse dominee is. De novelle is echter allereerst een emotioneel beladen ode van Norman aan broer Paul. Deze laatste - die krantenjournalist wordt - houdt van drank, vrouwelijk schoon en gokt graag. Een gedetailleerde uitleg over de rode draad, het vliegvissen, ontbreekt zeker niet. Het is een ‘kunst’, doorgegeven van vader op zoon. De connectie van deze bijzondere sport met religie is opmerkelijk, maar die wordt helder weergegeven. Ook volg je de activiteiten van Norman als jongeman, in 1919. Hij werkt op dat moment in de houthakkerskampen en wachtposten van de United States Forest Service.
‘Ik zal proberen niet al te technisch in te gaan op de houtkap, maar ik moet je enig idee geven van de werkelijkheid van overdag en enig idee van wat er in de bossen gebeurde terwijl ik het er levend van af probeerde te brengen. Jims tempo was erop gericht mij af te maken – ik zou hem uiteindelijk ook afmaken, maar hij mij eerst.’
Dit boek, prachtig vertaald door Dirk-Jan Arensman, is een gevarieerde en nostalgische vertelling over vroeger. Een indrukwekkende terugkeer naar de natuur en het buitenleven in de bossen en de bergen van Montana. Met hier en daar een komische passage. Hoe een tiener uitgroeit tot een volwassen docent Engelse literatuur aan de universiteit. Uiteraard heeft de schrijver diep geput uit zijn rijke ervaringen en belevenissen; hierdoor is de verhalenbundel grotendeels autobiografisch. Het is erg opvallend dat er geen indeling is in hoofdstukken. Met dank aan de attractieve schrijftaal en het vaak kunstige proza, vormt de constant doorlopende tekst geen hinderpaal tijdens het lezen.
De Italiaanse romancier Paolo Cognetti levert een solide en beschouwend nawoord af in de vorm van een essay. Hij is helemaal weg van Maclean’s schrijfsels. Hier is de vertaling de verdienste van Patty Krone en Yond Boeke.
‘Op de metaforische waarde viel niets af te dingen. Ik dacht: wat doe je als je gaat vissen? Je staat in je eentje aan de waterkant en probeert vissen te vangen, waarbij het water staat voor het leven en de erin rondzwemmende vissen staan voor verhalen.’ (Paolo Cognetti)
Jammer dat de novelle Er stroomt een rivier doorheen niet is uitgegroeid tot een volwaardige roman van pakweg 300 pagina’s. Dit sublieme deel dat bestaat uit een lawine van nostalgische woorden, overvleugelt onbetwistbaar de twee andere bijdragen.
Reageer op deze recensie