Geen rock, wel seks en drugs
Mohamed Choukri (1935-2003) leerde pas op zijn twintigste lezen en schrijven. Hij groeide echter nadien uit tot een veelgelezen auteur; zijn werk werd vertaald in veertig talen. Choukri kwam meermaals in opspraak, omdat hij het aandurfde om controversiële thema’s open en bloot uit de doeken te doen. Hij beweerde dan ook dat schrijven voor hem een protest was, geen parade.
Ook in zijn autobiografische debuutroman Hongerjaren, snijdt zijn vlijmscherpe mes in de Marokkaanse samenleving van halverwege de vorige eeuw. Dit boek is voor het eerst verschenen in 1973 en is intussen meer dan een miljoen keer over de toonbank gegaan. Uitgeverij Jurgen Maas bracht onlangs een nieuwe uitgave op de markt, voorzien van een frisse vertaling.
Het verhaal bevat een sublieme beschrijving van het keiharde leven in het vaderland van de auteur. De jonge Mohamed is een straatjongen; hij doet zijn uiterste best om te overleven in een gewelddadige en harteloze omgeving. Hij pleegt kleine diefstallen, komt in aanraking met drank, seks en drugs. De schrijver neemt geen blad voor de mond en geeft ongeremd de dingen weer zoals ze ook werkelijk zijn. Mohamed vertrekt vanuit het gebergte samen met zijn ouders en jongere broertje naar de grote stad Tanger. Daar zullen ze immers erg vlot eten vinden… Niets is minder waar; het leven is daar ook verschrikkelijk en erg bitter. Vader is bijzonder agressief, zeker als hij ladderzat thuiskomt in hun armetierige hut. Zonder enig proces kan vader vrijuit zijn zieke zoon doden. Mohamed verafschuwt zijn vader. De jonge knaap bedelt en steelt voor wat eten, drank, kauwtabak en sigaretten. De wet van de jungle heerst in de stad. Hij ontdekt ook zijn seksualiteit en raakt later bij wijze van spreken verslaafd aan vrouwen. Nadat hij in een cel is beland, krijgt hij via een medekompaan zin om ook zelf te leren lezen en schrijven.
“Soms blijft mijn vader een dag of langer weg. Als hij terugkomt, maken ze ruzie. Meestal moet zij ervoor bloeden. Maar ’s nachts hoor ik ze samen in bed lachen en kreunen van plezier. Ik heb nu begrepen wat ze doen. Ze slapen zonder kleren in elkaars armen. Dat is dus wat hen weer verzoent. Als ik groot ben, heb ik ook een vrouw. Overdag zal ik haar slaan en uitschelden en ’s nachts zal ik het goedmaken, naakt, met een omhelzing. Dit is toch wel een leuk spel… Een spelletje tussen man en vrouw.” Zo vader, zo zoon? De jonge Choukri groeit op in een gezin met een agressieve vader en een hulpeloze moeder. Welk toekomstperspectief heb je dan, als je in dergelijke erbarmelijke situatie volwassen moet worden?
Geen onverstaanbare schrijftaal, geen ingewikkelde stijl, integendeel. Meestal korte en krachtige zinnen, geen moeilijke maar soms wel opvallend ruwe en bijtende woorden. Choukri schetst gedetailleerd het leven van de arme bevolking in Marokko, met alles erop en eraan. Dit in een taal die eigen is aan arme mensen, die hun leven vooral op de straat moeten leiden. Het is helemaal niet moeilijk te begrijpen dat dit boek in Marokko tot in het jaar 2000 op de zwarte lijst stond. Vooral omwille van de expliciete passages die gaan over seks, drank en drugs. Ellende en honger troef in deze merkwaardige roman, met de gevolgen van de kolonisatie door Spanje en Frankrijk als achtergrond. Ruim veertig jaar na het verschijnen van deze autobiografie bewijst Hongerjaren nog steeds zijn waarde als klassieke roman.
Reageer op deze recensie