Een stevige vertelling, schrijftaal heeft een update nodig
Vlaming Wim Menheer (1937) is als auteur een laatbloeier, hij begon pas op rijpere leeftijd thrillers te schrijven. Steeds opgeladen met een flinke dosis schrijversdrift wil hij spannende verhalen op papier zetten. Als voormalige fotograaf is het geen verrassing dat zijn vierde thriller In het oog van de lens als titel heeft; beroepsmisvorming?
Het jonge stel Linda en Eddie koopt een oude boerderij ergens in een verlaten dorp in de buurt van de taalgrens. Ze vinden in hun schuurtje een uiterst zeldzame camera, een Leica III D uit 1942; dit toestel werd tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers gebruikt en bevat een nog niet ontwikkeld filmrolletje. Spoedig blijkt dat hun vondst heel wat geld zou kunnen opbrengen. Samen met een goede vriend, die het filmrolletje alsnog kan ontwikkelen, ontdekken ze sensationele dingen zodat ze besluiten een zoektocht te beginnen, terug in de tijd. De tweede verhaallijn leidt ons naar Neder-Oostenrijk tijdens het einde van de Tweede Wereldoorlog, waar een oorlogsfotograaf van zijn oversten een mysterieuze opdracht krijgt. De hel breekt los en het gaat van kwaad naar erger, van bedreigingen tot moorden. Eddie bijt zich zodanig hard in zijn zoektocht vast, dat hij en Linda snel uit elkaar groeien.
Het potentieel dat in dit verhaal voortdurend aanwezig is, zorgt niet voor een krachtige explosie tijdens het lezen. Toch slaagt Wim Menheer erin zijn lezers geboeid te houden; het enthousiasme waarmee hij vertelt, werkt aanstekelijk. Naast de hoofdkarakters Linda en Eddie is een belangrijke rol weggelegd voor een filmrolletje uit oorlogstijd en een uiterst kostbaar schilderij van de bekende Oostenrijkse schilder Gustav Klimt. Deze schilder kwam reeds aan bod in een vorige thriller, Alfred Lek. De auteur houdt van fotografie en kunst, dit komt in het boek zeer goed tot uiting. Achter elke foto schuilt een verhaal; telkens krijg je een momentopname voorgeschoteld door de fotograaf met dienst en die heet Wim Menheer. De verhaallijn over het nazitijdperk en de gruwelijkheden die toen plaatsvonden is een belangrijk pluspunt. Je ontdekt druppelsgewijs wat er zich tijdens de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog in Neder-Oostenrijk heeft afgespeeld.
In deze thriller verlegt de schrijver constant zijn focus en maakt de sprong van 1994 naar het einde van de Tweede Wereldoorlog, heen en dan weer snel terug. Het ritme ligt zodanig hoog dat zelfs een deus ex machina voor de redding zorgt en de vastgelopen plot ontwart.
Zijn schrijftaal en woordkeuze zijn dringend aan een update toe. Een zin als: “Eddie Spelmans werd wakker met een urinedrang”, klinkt niet erg actueel. Een kritische eindredacteur zou in dit verband wonderen kunnen verrichten. Het verhaal eindigt met een onverwachte ontknoping die als anticlimax op je wordt afgevuurd en tevens erg dubieus is qua geloofwaardigheid. De echte aantrekkingskracht van deze auteur is zijn vertelkunst. Wim Menheer is een grote meneer als verteller van boeiende verhalen. In het oog van de lens zorgt voor een aantal uur leesplezier, de spanning is ruimschoots aanwezig. Meer mag je er ook niet van verwachten.
Reageer op deze recensie