Versie 2.0: een excentriek boek
Jij en ik en alles daartussenin komt ter gelegenheid van tien jaar schrijverschap uit in een kersverse editie. De roman wordt dit keer tevens aangevuld met een essay over het auteur zijn en een viertal vroege korte verhalen. Muzikant, reisschrijver en filmjournalist Auke Hulst (1975) brak echt door met zijn autobiografische roman Kinderen van het Ruige Land.
“Die middag dat je mijn zaak binnenstapte, kenden we elkaar niet. Toch hadden we direct allerlei ideeën over elkaar. Gewoon, uit de losse pols op de fysieke verschijning geprojecteerd. De lange ontdekkingsreis begon. Een etentje, wandelen in het Noorderplantsoen, een film, een nerveus bezoek bij mij thuis. Totdat de beelden uitkristalliseerden en we tot op zekere hoogte versmolten.”
Een quote uit een gevoelige liefdesroman, waarin op een poëtische wijze de onmacht en bezetenheid, alsook liefde en seks, droombeeld en realiteit worden weergegeven. Het liefdesverdriet van het hoofdpersonage Max wordt in duidelijke bewoordingen neergezet. Zo herkenbaar…
Max Herder is een stille gitaarbouwer. Loslaten is niet echt een van zijn sterkste eigenschappen, zelfs niet nadat er iets fundamenteels in zijn huidige situatie verandert. Zijn obsessieve liefde Sarah heeft hem tot overmaat van ramp ook nog eens laten zitten. Als een bezetene blijft hij haar volgen, van heel erg dichtbij, maar wel totaal onzichtbaar voor haar en de buitenwereld. Hij hoort alles wat ze zegt, hij ziet alles wat ze doet. Dit alles wordt vertaald in zijn dromen, echter ook in de realiteit van elke dag. Hij weet zich geen raad met zichzelf: is het nu afkeer of hevige verlangens waarmee hij opgezadeld zit? Hij dwaalt af in zijn herinneringen, die allemaal keihard worden neergehaald.
Probleemloos treed je als lezer binnen in de bijzondere leefwereld van Max. Hij is tureluurs, kapot van droefheid, afgunst en vertwijfeling. Auke Hulst hanteert een stijl waarbij hij gebruikmaakt van (soms overdreven) beeldspraak. Toch schrijft hij ook fijnbesnaard en dichterlijk, zeker als hij de gevoelens uit van de smoorverliefde Max..
“Ze glimlacht. Als tiener heeft ze deze plaat kapot gedraaid, maar op een dag had ze hem in de vensterbank laten staan en had de zon het vinyl gesmolten. De lp was helemaal krom getrokken – de naald danste op en neer, en de stem van Paul Simon had een onbedoeld vibrato gekregen.” Uit Paul Simon, 1972. De singer-songwriter en zijn muziek spelen dan wel niet echt een hoofdrol in dit verhaal, ze roepen in ieder geval een zweem van nostalgie op. Zelf verklaart de auteur in zijn inleiding: 'Het verhaal is zowel een gedachte-experiment als een vormexperiment.' Dit is het ook; in slechts enkele pagina’s probeert hij twee levenslijnen neer te schrijven, in een soort stenografie.
Jij en ik en alles daartussenin versie 2.0: een excentriek boek.
Reageer op deze recensie