Fascinerende monoloog
Wat staat er op zijn visitekaartje? Auteur, theatermaker, stand-up comedian, columnist en scenarist. Hier moet dringend aan toegevoegd worden: spraakwaterval en woordkunstenaar… Joost Vandecasteele (1979) schrijft zoals hij spreekt: gejaagd. Zonder enige pauze dramt hij maar door; niets of niemand kan hem stoppen. Hij is de koning van de monoloog. Jungle is intussen zijn vijfde boek, dit keer met een erg duistere inslag. Voor een groot gedeelte autobiografisch, zo beweert hij toch. Vooraf graag volgende kanttekening: deze roman begint dan wel autobiografisch, hij verandert al snel in fictie om dan zelfs te evolueren naar sciencefiction.
Hij is auteur en heeft geen uitgeverij meer om zijn boeken uit te geven. Uit pure noodzaak accepteert hij om het even welke opdracht, hij moet immers kunnen overleven. Hij moet klauteren om uit die put, het zwarte gat, te geraken. Het start allemaal onopvallend met een opdracht voor een nieuwe game. Vervolgens voeren zijn activiteiten hem de wereld rond. Een trip naar Spanje, Kazachstan en zelfs Tokio. Om dan tenslotte vast te stellen dat zijn thuisstad Brussel nog de meest vreemde plaats is op deze aardbol.
Vandecasteele wil als auteur steeds vernieuwend zijn, op zich een belangrijke verdienste. Deze inwoner van Brussel wil weg van de tijdloze klassiekers in de literatuur, breken met de traditie. Dus doet hij rigoureus zijn eigen ding. Het is volgens hem de hoogste tijd voor iets nieuws, literatuur mag geen perpetuum mobile zijn. De schrijver wil met deze roman de problematiek van deze tijd schetsen; het is geen vrolijk beeld, maar hij visualiseert dit wel op een bijzonder grappige manier. “Zo is Brussel nog aan het bekomen van een bezoek van de Amerikaanse president. Een bezoek aangepast aan de ergst mogelijke toerist, met overal afgezette straten en de lokale bevolking op afstand gehouden als bedelende lepralijders. Want België is naar het schijnt wel heel gezellig, alleen jammer van die Belgen. Een evenement dat gepaard ging met de meest lyrische reacties over de blijde intrede van Obama. Plus een vreemdsoortig voorval met een mansgrote speculaaskoek die als cadeau was bedoeld, waarbij een bakker het een goed idee vond om deze Afro-Amerikaanse icoon af te beelden met kroezelhaar, dikke lippen en een basketbal.” Joost Vandecasteele bevestigt dat hij pulp schrijft, er zelfs trots op is. Desondanks zet hij alles op alles om tot op het bot te blijven boeien.
De virtuele besmetting die het internet veroorzaakt vult onze maatschappij en zelfs onze realiteit. Het verhaal bevat een bizarre wereldreis die overgaat in een virtuele realiteit. De werkelijkheid bestaat uit verschillende losse stukjes van een jungle die je overrompelen. Deze auteur maakt van onze wereld een populair videospel. Het hoofdpersonage in Jungle is inderdaad Joost Vandecasteele. De literaire uitgeverij die wordt opgedoekt verwijst duidelijk naar De Bezige Bij Antwerpen. Tijdens een radio-interview verklaarde de auteur dat hij zelf in een tijdelijk dipje belandde toen hij via de krant vernam dat zijn uitgever ermee stopte.
De aandachtige lezer zal, zoals het hoofdpersonage, zich afvragen wat nu fictie is en wat werkelijkheid. Je kan niet beter afsluiten dan met de woorden van Vandecasteele: “Ik wil wat wij als normaal beschouwen ondermijnen. Jungle is een ode aan de waanzin.” Leve de waanzin dan maar? Een fascinerende monoloog.
Reageer op deze recensie