Lezersrecensie
Uiterst geslaagde start van een ambitieus historisch ingekleurd drieluik.
“Waar de mist niet kan komen - Lily” is het eerste deel van een trilogie, geschreven door de Antwerpse duizendpoot Johnny Bollé. Correctie: in dit geval heet de auteur Aster Borg. Dit laatste is immers het pseudoniem dat hij gebruikt wanneer hij geen thrillers schrijft.
In 1928 is Lily Appleton twintig; ze woont met haar vermogende ouders in een chique buurt van New York. De toekomst van de jonge vrouw ziet er veelbelovend uit. Lily is verloofd met Raymond en ze hoeft eigenlijk niet te werken. Ze heeft één grote passie: koken. Wanneer ze een baan krijgt in het Waldorf-Astoria, een tophotel in die tijd, hoopt ze haar talenten in de keuken helemaal waar te kunnen maken. Nauwelijks een jaar later verandert haar leven drastisch; de beurscrash en de Grote Depressie leiden het gezin regelrecht naar de afgrond. Tot overmaat van ramp haalt een mysterieuze gebeurtenis uit Lily’s verleden haar nog verder onderuit.
‘Mijn vader ontsnapte er niet aan, enkele dagen na de beurscrash was het duidelijk dat hij in de verkeerde effecten had belegd. De crisis degradeerde hem in enkele dagen van een succesvol bankier naar een armoedzaaier.’
De proloog uit 1912 is een geheimzinnige trigger. Je vraagt je af wat Frances Rutherford, Lily’s moeder, in haar tas draagt. Wat heeft Frances op haar geweten? Samen met haar dochtertje is ze vanuit Europa in New York aangekomen. Deze fictieve familiesaga vertoont qua opzet en toon, raakvlakken met de succesvolle serie rond “De Cazalets” (van Elizabeth Jane Howard). Vanaf de eerste pagina slaagt Borg erin de lezer te gijzelen en nieuwsgierig te maken voor wat volgt. Tegelijk weet hij heel wat emoties bij je op te roepen. Met een strak geredigeerde plot en een oerdegelijke constructie houdt hij de teugels aangespannen. Geen moment valt hij uit de rol van verhalenverteller. Probleemloos kruipt hij onder de huid van de verschillende personages; zo wordt bijvoorbeeld Lily, de ik-verteller, op een aangrijpende manier neergezet. Je kan niet anders dan haar in je armen sluiten. Ze hecht werkelijk waarde aan haar familie en ze is groothartig. Als haar moeder ziek wordt, cijfert Lily zichzelf helemaal weg.
Het schrijven van deze roman is ongetwijfeld voorafgegaan door een intensief onderzoek. Het tijds- en sfeerbeeld stemmen overeen met de realiteit. De persoonlijke drama’s zijn geloofwaardig en pakkend weergegeven, al had deze lezer het graag ietwat krachtiger uitgediept gezien. Een prima vondst is de manier waarop de oude, eenzame Lily - vanuit Parijs in 1980 - haar levensverhaal prijsgeeft. Door middel van Amandine, een ingebeelde journaliste, laat ze zich uitgebreid interviewen. Hierbij is een melancholische toets nooit ver weg. Je ziet het hoofdpersonage stapsgewijs evolueren van een naïef jong meisje naar een oersterke en dynamische vrouw die weet wat ze wil.
Net zoals Johnny Bollé combineert Aster Borg een toegankelijke stijl met een vlijmscherpe pen. Verwacht tijdens het lezen in geen geval een feelgood ervaring. Trouwens, aan het einde van het boek loopt de spanning op en beëindigt de schrijver abrupt zijn gedreven vertelling. Slim als hij is, laat hij nevelslierten – geen mist – achter, met de bedoeling je heel nieuwsgierig te maken naar het vervolg. Om kort te gaan: “Waar de mist niet kan komen – Lily” is een meer dan geslaagd eerste boekdeel van een ambitieus, historisch ingekleurd drieluik.
In 1928 is Lily Appleton twintig; ze woont met haar vermogende ouders in een chique buurt van New York. De toekomst van de jonge vrouw ziet er veelbelovend uit. Lily is verloofd met Raymond en ze hoeft eigenlijk niet te werken. Ze heeft één grote passie: koken. Wanneer ze een baan krijgt in het Waldorf-Astoria, een tophotel in die tijd, hoopt ze haar talenten in de keuken helemaal waar te kunnen maken. Nauwelijks een jaar later verandert haar leven drastisch; de beurscrash en de Grote Depressie leiden het gezin regelrecht naar de afgrond. Tot overmaat van ramp haalt een mysterieuze gebeurtenis uit Lily’s verleden haar nog verder onderuit.
‘Mijn vader ontsnapte er niet aan, enkele dagen na de beurscrash was het duidelijk dat hij in de verkeerde effecten had belegd. De crisis degradeerde hem in enkele dagen van een succesvol bankier naar een armoedzaaier.’
De proloog uit 1912 is een geheimzinnige trigger. Je vraagt je af wat Frances Rutherford, Lily’s moeder, in haar tas draagt. Wat heeft Frances op haar geweten? Samen met haar dochtertje is ze vanuit Europa in New York aangekomen. Deze fictieve familiesaga vertoont qua opzet en toon, raakvlakken met de succesvolle serie rond “De Cazalets” (van Elizabeth Jane Howard). Vanaf de eerste pagina slaagt Borg erin de lezer te gijzelen en nieuwsgierig te maken voor wat volgt. Tegelijk weet hij heel wat emoties bij je op te roepen. Met een strak geredigeerde plot en een oerdegelijke constructie houdt hij de teugels aangespannen. Geen moment valt hij uit de rol van verhalenverteller. Probleemloos kruipt hij onder de huid van de verschillende personages; zo wordt bijvoorbeeld Lily, de ik-verteller, op een aangrijpende manier neergezet. Je kan niet anders dan haar in je armen sluiten. Ze hecht werkelijk waarde aan haar familie en ze is groothartig. Als haar moeder ziek wordt, cijfert Lily zichzelf helemaal weg.
Het schrijven van deze roman is ongetwijfeld voorafgegaan door een intensief onderzoek. Het tijds- en sfeerbeeld stemmen overeen met de realiteit. De persoonlijke drama’s zijn geloofwaardig en pakkend weergegeven, al had deze lezer het graag ietwat krachtiger uitgediept gezien. Een prima vondst is de manier waarop de oude, eenzame Lily - vanuit Parijs in 1980 - haar levensverhaal prijsgeeft. Door middel van Amandine, een ingebeelde journaliste, laat ze zich uitgebreid interviewen. Hierbij is een melancholische toets nooit ver weg. Je ziet het hoofdpersonage stapsgewijs evolueren van een naïef jong meisje naar een oersterke en dynamische vrouw die weet wat ze wil.
Net zoals Johnny Bollé combineert Aster Borg een toegankelijke stijl met een vlijmscherpe pen. Verwacht tijdens het lezen in geen geval een feelgood ervaring. Trouwens, aan het einde van het boek loopt de spanning op en beëindigt de schrijver abrupt zijn gedreven vertelling. Slim als hij is, laat hij nevelslierten – geen mist – achter, met de bedoeling je heel nieuwsgierig te maken naar het vervolg. Om kort te gaan: “Waar de mist niet kan komen – Lily” is een meer dan geslaagd eerste boekdeel van een ambitieus, historisch ingekleurd drieluik.
3
4
Reageer op deze recensie