Vekeman lapt alles en iedereen aan zijn cowboylaars
Dit keer gaat Christophe Vekeman (1972) heel dapper met de billen bloot. In zijn autobiografisch getinte roman Mensen als ik knutselt de Vlaamse literaire cowboy – als een volwaardig compliment bedoeld – een waarheidsgetrouw zelfportret in elkaar.
In het radioprogramma De Wereld Vandaag (op Radio 1) zegt hij het volgende: 'In dit boek schrijf ik dat leven is als zwemmen onder inktzwart water met je ogen dicht. Ik denk dat dit ook geldt wat betreft de portrettering van jezelf. Een zelfportret maak je altijd een beetje op de tast. Je komt dingen tegen die je nooit had verwacht en je komt dingen tegen die al je leven lang meegaan.'
Buck – Christophe Vekeman, dus - wil zo graag ergens bij horen. Hij gaat op zoek naar gelijkgestemden, naar nieuwe vrienden die denken en zich gedragen zoals hij. Tijdens een bruisende excursie wordt de lezer geconfronteerd met een stevige lading countrymuziek en de onvermijdelijke cowboyboots (gecombineerd met of zonder joggingbroek), alsook met literatuur. Tevens zijn er ontmoetingen met personages die opvallend veel weg hebben van Christophe Vekeman. Thema’s zoals eenzaamheid, neerslachtigheid en liefde komen – al dan niet terloops – aan bod.
“De situatie was deze, immers, deze en geen andere: het haantje dat ik bij momenten in mijn jonge leven was geweest, lag in de vorm van een paar brosse botjes en een laatst resterend, duifgrijs veertje op het kerkhof van mijn ziel, en mijn moreel was wel degelijk lager dan ten tijde van mijn kankerangst, toen ik, dacht ik nu, eigenlijk best gelukkig was geweest.”
Deze passage komt uit het hoofdstuk met de in het lezersoog springende titel 'Ik ben mijn eigen fiets'. De schrijfstijl en -taal die de schrijver hanteert, stralen een forse kracht uit, waarbij de attractieve en energieke zinnen indruk maken. Hij schrijft zoals hij spreekt: flitsend en blits. Mensen als ik is vooral een lofzang ter ere van het leven. Een leven dat de auteur bijna aan zich voorbij zag gaan toen hij begon aan deze roman. Hij vreesde immers oprecht voor zijn gezondheid. Onterecht, gelukkig maar… Het boek is tevens een speurtocht naar zichzelf, waarbij het alleen zijn toch wel een belangrijke factor is. Countrymuziek is dan weer een ideaal medium om het lijden van de mens weer te geven; of om het af te zwakken.
Het is duidelijk dat Buck - als hoofdpersonage en alter ego – die een flink eind in de veertig is, toch ook maar een mens is zoals wij allemaal. Hij (de auteur) schrikt er helemaal niet voor terug af en toe de spot met zichzelf te drijven. Vooraleer je het goed en wel beseft is het heel intieme en geestige boek uit. Pas aan het eind van het verhaal schakelt Christophe Vekeman over op echte fictie. In het tiende en laatste hoofdstuk komt er een hypothetische apotheose op je af. Feiten en zuivere fantasie liggen bij de schrijver erg dicht bij elkaar, trouwens.
Mensen als ik is een rasechte Vekeman: ten voeten uit. Zijn typisch Vekemansiaanse aandacht voor stijl en taal, alsook de onduidelijkheid over wat waar is en wat fictie; dit alles zorgt ervoor dat je de roman bijzonder moeilijk kunt vergelijken met het werk van zijn Nederlandstalige collega's. De eigenzinnige auteur lapt alles en iedereen aan zijn cowboylaars, zelfs zichzelf.
Reageer op deze recensie