Coe zet onze samenleving op haar nummer
Nummer 11 is inderdaad ook zijn elfde roman. Het boek heeft echter een veelbetekenende ondertitel: Vertellingen die getuigen van waanzin. De Engelse schrijver Jonathan Coe (1961) heeft intussen een aantal bestsellers op zijn naam staan. Coe wilde aanvankelijk carrière maken in de popmuziek; sinds 1987 concentreert hij zich echter op het doceren en het schrijven van satirische en politiek getinte romans.
Twee personages vormen de rode draad in deze roman: Rachel en Alison, twee tieners die in 2003 tijdelijk inwonen bij Rachels grootouders. Als de twee meisjes in het bos een ogenschijnlijk dode man opmerken, moeten ze meteen denken aan de zopas dood teruggevonden David Kelly, een VN-wapeninspecteur. Hij uitte kritiek op het beleid van de toenmalige regering van het Labour-regime met Tony Blair. Als de twee vriendinnen terugkeren naar het bos en de dode man niet meer opmerken, gaan ze naar hem op zoek…. Dit is het eerste van vijf op elkaar volgende maar losstaande verhalen. Of is er toch een link?
Nummer 11 is een roman vol afwisseling, waarin Jonathan Coe niet het onderste uit de kan haalt bij zijn personages. Hij maakt je nochtans steeds nieuwsgierig naar de apotheose. Hij vertelt in een mooi tempo; de grondtoon is satirisch en grappig maar soms ook opvallend kritisch en scherp. Schaamteloos uit de schrijver zijn kritiek op het maatschappelijke leven in Groot-Brittannië tijdens de beginjaren van de 21e eeuw. Het boek is een moderne, satirische roman die zich afspeelt in de periode 2003-2015. Vijf delen waarbij elk deel een afzonderlijk verhaal bevat, toch worden ze samen verweven tot een consistent geheel. De belangrijkste karakters zijn de schakels die de delen onderling verbinden. Een mix van politieke thema’s, cultuur en een duidelijk tijdsbeeld krijg je voorgeschoteld. In vijf korte verhalen slingert hij je heen en weer en zorgt ervoor dat je de vinger aan de pols houdt.
Ongetwijfeld zal een aantal lezers het einde een brug te ver vinden. Jonathan Coe speelt evenwel zijn rol als maatschappijcriticus; met humoristische noten kwijnt hij zich olijk van zijn taak. Hoe twee jonge meisjes opgroeien en volwassen worden in een moderne samenleving die zichzelf voorbijloopt.
“Scotland Yard stond paf. Of liever gezegd, ze wisten nog niet dat ze paf stonden. Maar al voordat inspecteur Capes de e-mail helemaal uit had, was hij opgezadeld met een nieuwe zaak, en die zou hem paf doen staan.” Zo begint De Winshawprijs, het vierde en vermoedelijk voor veel lezers beste deel uit deze roman. Dit verhaal is een goed opgezette en uitgewerkte parodie op een klassieke Engelse detective.
Elk kort verhaal wordt neergezet in een ander genre en heeft ook een aparte stijl. Je start in een fantasy vertelling, nadien beland je in een echte satire, een horrorverhaal, gevolgd door een detective. Het einde mondt uit in sciencefiction. Nummer 11 is niet alleen de hoofdtitel van deze roman, dit getal keert op inventieve wijze meermaals terug in het boek. Coe raakt gevoelige snaren zoals de enorme verschillen tussen de rijke elite en de armen; hij waarschuwt voor het flinterdunne koord tussen persoonlijke privacy en de wereldwijde toegankelijkheid van je profiel. Waar Twitter en andere sociale media je leven kunnen gaan bepalen. Zoek vooral niet naar een boodschap of levensles van de auteur; hij observeert vooral en vertelt daar kritisch over.
Reageer op deze recensie