Spanning en autofictie onverbloemd weergegeven
Eindelijk is hij daar, na dertien jaar, de nieuwe vuistdikke roman van de Amerikaanse Bret Easton Ellis (1964). In Scherven, knap vertaald door Robbert-Jan Henkes, vertelt de auteur grenzeloos over volwassen worden in Los Angeles tijdens de vroege jaren tachtig.
'De fijngevoelige lezer is vooraf gewaarschuwd; Ellis verbloemt niets.' - recensent Guy
Bret, de ik-verteller, is zeventien in 1981. Hij is een scholier op het Buckley, een exclusieve privéschool, bevolkt door verwende kinderen van rijke ouders. Robert Mallory, een nieuwe leerling, is een intelligente en aantrekkelijke jonge kerel. Hij draagt evenwel een mysterieus verleden met zich mee. Bret raakt helemaal in de ban van de nieuwkomer. De Treiler is een gruwelijke seriemoordenaar die zijn werkterrein verlegd heeft naar de stad. Deze vreselijke figuur komt alsmaar dichter in de nabijheid van Bret en zijn tienervrienden; terwijl de Treiler meedogenloos blijft toeslaan. Is de moordenaar Robert Mallory?
Scherven is een autobiografisch getint en heftig verhaal, aangevuld met fictie; ook wel “autofictie” genaamd. Bret is een twijfelaar die tevens kampt met zijn eigen homoseksualiteit. Toch heeft hij een vriendin; Debbie. Is dit voor de schone schijn? Om zijn leven nog meer ingewikkeld te maken, begint hij een verhouding met Debbie’s vader. Tot overmaat van ramp zakt Bret weg in een paranoïde toestand, terwijl hij discreet schrijft aan zijn eerste werk, Less than Zero. Hij belandt in een penibele situatie, waarbij de verwarring en onzekerheid toeslaan. Dit geldt eveneens voor de inhoud van het boek zelf. Wat is werkelijkheid en wat is pure fantasie? Gaat men de Treiler ontmaskeren, of weet hij te ontkomen? Soms laait de spanning hoog op.
‘Het strottenhoofd werd verbrijzeld om het gillen te stoppen en de oogkassen (‘orbitale holtes’) werden gelicht, zodat niemand ‘mij en mijn vrienden’ meer kon zien, en het hele ritueel kon wel een week in beslag nemen alvorens de laatste ‘assemblage’ eindelijk gedaan was.’
De fijngevoelige lezer is vooraf gewaarschuwd; Ellis verbloemt immers niets. Op een ondubbelzinnige wijze en zonder enige schroom, beschrijft de auteur gedetailleerd de talrijke neukpartijen en de homoseksueel-erotisch getinte passages. Hij maakt eveneens geen uitzondering bij de weergave van de afschuwwekkende moorden die de Treiler op zijn geweten heeft. De jaren tachtig herleven; je maakt - al dan niet opnieuw – kennis met het tijdsbeeld van toen. Het is de periode waarin Ronald Reagan als president waakt over het welzijn van de Verenigde Staten. De adolescenten van rijke afkomst bevinden zich in een tijdelijke fase van zalig nietsdoen. Ze verliezen zich in muziek en party’s, optredens, seks en drugs en films. De sfeer en de toon zijn duidelijk gezet. Het spreekt bijna vanzelf dat de belangrijkste karakters uitvoerig uitgediept zijn. Niemand ontkomt aan de vlijmscherpe pen van de schrijver.
‘En ergens wist ik dat hem iets vreselijks overkomen was – erger nog, ik dacht: als het de Treiler was kan het maanden duren voor zijn lichaam wordt gevonden.’
De passages die gaan over de gemartelde slachtoffers, zowel dieren als mensen, zullen ongetwijfeld niet bij iedereen in de smaak vallen. Tevens is de verteller voor geen haar te betrouwen; hij zoekt gewoonweg de confrontatie met je op. Wie lijmt de brokken? De nieuwe Ellis is een geslaagde en gewaagde mix van spanning, fictie en realiteit.
Reageer op deze recensie