Donkere, occulte nevel van mysterie
In Schoppenvrouw neemt de Amsterdamse galeriehoudster Paula de taak als gids en hoofdpersonage op zich. Haar man Oscar is notaris; alles loopt bij hen gesmeerd op zakelijk vlak. Als Paula op televisie een oproep ziet met betrekking tot een overval op een oud koppel, waarbij de man om het leven is gekomen, wordt haar aandacht bijzonder gewekt. Wat haar nog het meest van alles fascineert en verbaast: tijdens de reconstructie van deze misdaad ziet Paula haar eigen kleding en een tasje dat bijzonder erg lijkt op dat van haar dochter Emmy. Paula beseft meteen dat Emmy deze overval heeft gepleegd; ze wil echter haar dochter in bescherming nemen door alle sporen van de overval uit te wissen. Weet Oscar echt niets van deze misdaad?
“Neem geen kinderen, ze zullen je meer verdriet dan vreugde brengen… Klavernegen hield een waarschuwing in en die is bevestigd door schoppenvrouw… Een rode bijkomst had die teniet kunnen doen, maar schoppenvrouw overschaduwt en straft af…” Dokter Adami, een ziener en heler, had ooit de jonge en puberende Paula deze beangstigende waarschuwing meegegeven.
Bij haar geboorte in 1946 kreeg ze de naam Mensje Francina van der Steen. Dit veranderde al snel in haar roepnaam Mennie. Haar eerste verhaal Een bruiloft verscheen in 1969 in Hollands Maandblad. Haar debuutroman Bleekers zomer kwam uit in 1972, de eerste in een lange rij. Intussen behoort dit boek tot de klassiekers van de Nederlandse literatuur. Verder is het overbodig Mensje van Keulen nog te introduceren, haar indrukwekkende oeuvre spreekt immers boekdelen.
Schoppenvrouw begint als een echte thriller; alle ingrediënten zijn dan ook aanwezig. Spanning, een mysterieuze sfeer, zelfs een misdaad. Het boek evolueert naar een donkere roman, die een totaal onverwacht orgelpunt meekrijgt. Een groot verhaal in een korte roman van 137 pagina’s gegoten. De auteur focust op een uitgebreide flashback en keert dan op het einde terug naar het heden. Mensje van Keulen haalt ook hier weer het onderste uit de kan om haar personages bijzonder scherp uit te tekenen. Je weet als lezer meteen wie Paula en Oscar zijn. Ook haar dochter Emmy wordt in beeld gebracht, maar dit gebeurt in een nevel van mysterie. Mensje van Keulen ziet geen enkel detail over het hoofd, haar personages zijn levensecht, haar schrijftaal bruist nog steeds van de energie. Het lijkt er soms op dat de schrijfster vaart mindert, terwijl ze op datzelfde moment vol gas geeft en je dit als lezer nauwelijks merkt. Het verhaal wordt omringd door een donkere, occulte nevel van mysterie.
De echte diepgang zit niet in het misdaaddrama bij aanvang van het boek, maar in de gebeurtenissen die zich tijdens Paula’s jeugd afspelen en die haar toekomst als volwassene zullen hypothekeren. De kaarten die ziener Adami voor de jonge Paula legt zullen erg ongunstig vallen. Of is het Mensje van Keulen die zelf als een waarzegster de touwtjes in handen heeft en tevens op meesterlijke wijze de suggestie haar werk laat doen? Feilloos verenigt deze erudiete auteur het verleden met het heden. Rest tenslotte nog een antwoord op de vragen: wie heeft het gedaan? Pleit Mensje van Keulen onschuldig? Het antwoord zal je pas krijgen na het lezen van Schoppenvrouw!
Reageer op deze recensie